Philips Museum bestaat tien jaar
Eindhoven heeft een rijke historie maar komt niet bepaald om in de musea die de geschiedenis zichtbaar maken. Het tienjarige Philips Museum komt het redelijk dicht bij de functie van een stadsmuseum, denkt directeur Olga Coolen. „Het verhaal van Philips is het verhaal van de stad, en omgekeerd, maar het is veel groter dan dat. Het is ook het verhaal van ons dagelijks leven en hoe dat is ontstaan.”
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: Kees Martens/DCI Media
Het Philips Museum is gevestigd in de eerste fabriek van Philips, aan de Emmasingel in het centrum van Eindhoven. Hier startte Gerard Philips in 1891 met de ontwikkeling van de gloeilamp. Het was er overigens bijna niet meer geweest. Na de oorlog wilde de gemeente Eindhoven het slopen ten behoeve van de wederopbouw en herontwikkeling van het stadscentrum. In de omgeving was veel vernield als nevenschade van de diverse bombadementen waarvan de Philips-fabrieken
doelwit waren.
In een brief aan de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting in 1949 pleitte directielid Frits Philips, neef van Gerard, voor behoud van het fabriekje ten behoeve van het Philips Museum: ‘[…] Om volledig te zijn is het juist om nog te vermelden dat uit historisch oogpunt het ons zeer aan het hart gaat het oude fabrieksgebouwtje van 1891, de bakermat van ons wereldconcern, aan het wederopbouwplan op te offeren. Wij zijn van plan ons ‘Philips museum’ dat in 1942 afbrandde door bombardementen, daarin te vestigen. Dat ligt dan in het middelpunt van Eindhoven’.
Het oude fabrieksgebouwtje van 1891,(is) de bakermat van ons wereldconcern
Pas in 2013 was het zover. Koningin Beatrix opende het Philips Museum op 5 april, een dag later was het open voor publiek. Olga Coolen was de kersverse directeur. Ze begon eind 2012. Een team van betrokken Philips-medewerkers verzette bergen om op tijd alles klaar te hebben. Doel was 40.000 bezoekers per jaar – dat aantal trokken andere musea in de stad ook – maar Olga legde de lat zelf op 60.000. Voor corona, in 2019, bezochten 95.611 mensen het museum. Inmiddels is het bezoekersaantal bijna terug op het oude niveau, zegt de directeur.
Schatkamer
De gedachte achter het Philips Museum was een aardige expositie voor volwassenen. Maar al gauw toonden scholen belangstelling en bezochten kinderen massaal het museum, evenals geïnteresseerden in Philips uit de hele wereld. Philips had met het Evoluon weliswaar het eerste ‘science centre’ in Europa, maar dat sloot in 1989 zijn deuren voor publiek. Het Philips Museum voorzag duidelijk in een behoefte. Aandacht voor Philips en zijn maatschappelijk relevante historie, maar ook voor techniek gerelateerde onderwerpen die duidelijk de ontwikkelingen tonen richting het levensgemak zoals we dat nu kennen.
Tien jaar na de opening werken er twintig mensen, en zijn honderdtien vrijwilligers actief betrokken bij het museum, onder wie veel voormalige Philips-werknemers. Het Philips Museum is overigens niet de enige Philips-‘tentoonstelling’ in de stad. Er is ook een expositie van oude Philips-producten op industrieterrein De Hurk bij de Stichting tot Behoud van Historische Philips-producten. Een indrukwekkende verzameling erfgoed die op maandag, dinsdag en woensdag van tien tot drie te bekijken is. „Al meer dan dertig jaar de schatkamer van de stad”, aldus Olga.
Zonder deze stichting en de toewijding van haar vrijwilligers, én de Stichting Philipsfabriekje 1891, die het fabriekje beheerde, zou het Philips Museum er niet zijn gekomen, vermoedt Olga. De betrokkenheid van oud-Philipsmensen en het plezier dat zij hebben in behoud en beheer van het erfgoed is uniek, zegt ze. „Zij verzorgden op aanvraag rondleidingen. Wij staan in een lange traditie van mensen die vaak jarenlang met liefde het erfgoed hebben beheerd en onderhouden. Ik heb deze zomer ook weer een paar dagen meegedraaid in het museum en dan zie je mensen elkaar na veertig jaar weer ontmoeten. Waar kun je vrijwilligerswerk doen in de wetenschap dat je zeker bekenden tegenkomt? Hier. Dat is toch fantastisch?”
Licht
Vergis je niet, het Philips Museum is een serieus, modern museum waar de diverse facetten van Eindhovens geschiedenis bij elkaar komen die herkenbaar zijn voor de ‘gewone mensen’. „Dat is het uitgangspunt”, verklaart Olga. „Wat betekende het dat er ineens elektrisch licht was? In combinatie met de tijdlijn van Philips, de permanente expositie en spraakmakende exposities met actuele thema’s.”
Vandaag de dag focust Philips op gezondheidstechnologie. Ook het ontstaan hiervan vind je in het museum, zoals de eerste röntgenbuis van het bedrijf uit 1918. Tegelijkertijd speelt Olga met haar team in op de actualiteit en geven ze een kijkje in de toekomst van de zorg. „We zullen in onze nieuwe expositie over A.I. – die begin volgend jaar wordt geopend – nog meer focus hebben op huidige projecten en ontwikkelingen van Philips én die van de Brainportregio. We hebben educatieve programma’s opgenomen, een gloeilampenspeurtocht en mini-colleges over innovatieve ontwikkelingen. Ik leef op van creativiteit. En Philips is een grote bron van onderwerpen en inspiratie.”
Het Philips Museum is een techniekmuseum, vervolgt ze, zonder dat het heel erg gaat over techniek. „In Nederland wordt de techniekgeschiedenis maar matig gewaardeerd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kunstgeschiedenis. Niet door iedereen, maar wij Nederlanders hangen toch heel erg aan de Gouden Eeuw en de kunstuitingen terwijl de ontwikkeling van techniek veel bepalender is geweest voor ons leven. Techniek heeft gemaakt wat wij nu allemaal kunnen doen. Bijna alles is van techniek afhankelijk. Dat gaat niet over Philips alleen, maar over de industrialisering. Dat is de waarde van het verhaal over ons dagelijks leven, hoe dat is ontstaan en hoe het zich ontwikkelt.”
Wereldmerk
Hoewel ze variatie belangrijk vindt, is en blijft het fabriekje van Gerard Philips de parel van de permanente expositie. Wie het museum inloopt, wordt via de tijdlijn van Philips letterlijk en figuurlijk geleid naar het licht dat wordt geworpen op het heden. In tien jaar tijd zijn de doelgroepen divers geworden, het aantal nationaliteiten dat het Philips Museum bezoekt ook. „Internationale studenten van designopleidingen of technische hogescholen bezoeken het museum, evenals toeristen uit alle windstreken. Philips is een wereldmerk. Mensen uit Spanje of Frankrijk die verbaasd zijn dat Philips niet een Spaans of Frans merk is. Dan doe je toch iets goed, als marketingafdeling.”
Mission Eureka, de iPad-tour, is populair. Op de basisschool is aandacht voor de geschiedenis van de stad en ook wat dat betreft voorziet het museum in een behoefte, stelt Olga. Hoewel Philips een wereldwijd opereert, is het verhaal van het bedrijf toch ook het verhaal van Eindhoven, en omgekeerd. „Het mooie is dat er veel gebeurt in de stad. Daar haken we bij aan, zoals bijvoorbeeld het Dutch Technology Festival, de Dutch Design Week en GLOW.
Ik zou de functie van het museum verder willen uitbouwen, tot huiskamer van de Brainportregio
Ik zou de functie van het museum verder willen uitbouwen zodat we de huiskamer worden van de Brainportregio, waar de verbanden van Philips duidelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld met ASML en NXP, en waar ook mensen van die bedrijven zich thuis voelen. We zijn weliswaar een Philips-museum maar we maken deel uit van één geheel en zijn ook historisch verbonden met elkaar. Veel mensen kennen de verbanden niet. We werken samen, dan zou het toch leuk zijn om alle stukjes van de puzzel hier zichtbaar te maken.”
Deuren
Een andere ambitie van Olga is om meer scholieren te kunnen ontvangen, en actief bezig te laten zijn met techniek. „We hebben een zomerprogramma: Museum Kids Factory. Dat is waanzinnig. Kinderen zijn anderhalf uur bezig met solderen, zagen, timmeren. Daar wordt op scholen geen aandacht meer aan gegeven. Kinderen maken spelenderwijs kennis met techniek, daar zou ik iets meer in willen betekenen.”
Verder zou de directeur de vaste expositie graag vernieuwen – „Meer state-of-the-art maken en vertellen waar Philips mee bezig is” – en zou ze de deuren van het museum letterlijk open willen zetten naar de stad. „In een snel veranderende stad is er grote behoefte aan contact, denk aan nieuwe inwoners met de huidige bewoners. Ook op het vlak van verbinding kun je veel doen. Dat zou het Philips Museum nóg interessanter voor een breder publiek, én natuurlijk de stad.”
Philips Museum
Emmasingel 31. 5611 AZ Eindhoven
040 – 235 90 30
www.philips.nl/a-w/philips-museum
Open dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur
Philips Historische Producten
Looyenbeemd 24
5652 BH Eindhoven
040 – 251 33 55
www.sbhp.nl