Het is weer Dutch Design Week in Eindhoven maar daar praten we voor de verandering eens niét over met designer Kiki van Eijk
De vraag luidt: Wat is het ergste dat jou is overkomen? Ze kijkt met grote ogen naar het glas water op de tafel. ‘Deze zag ik niet aankomen’, zeggen haar ogen. Maar daarover later meer. Kiki van Eijk (46) van het ontwerpersduo Kiki & Joost is een grote naam in de designwereld. Haar ontwerpen worden tentoongesteld in musea van Londen tot Tokio. Ze staat bekend om haar fantasievolle designs, van grillige klokken tot wandkleden voor Google en poëtische etalages voor het Franse modehuis Hermès.
Tekst: Frank Vonken | Foto’s: Patrick Meis
De studio van Kiki en wederhelft Joost van Bleiswijk (48) ligt nabij het kanaal in het centrum van Eindhoven. Het is een mooie, ruime studio met een patio. Je ziet er veel kleuren, ontwerpen, machines en nog te gebruiken materialen. In het werkgedeelte ruikt het naar hout en zweet. Joost is er deze donderdag aan het werk, even later moet hij weg met zonen Puk (11) en Ko (7).
Kiki van Eijk komt uit Tegelen, zoals onder anderen acteur Huub Stapel, presentatrice Chantal Janzen, filmregisseur Ben Verbong en virologe Marion Koopmans. Het Limburgs dorp is het bekendst door zijn jaarlijkse Passiespelen. „Daar ben ik als kind naar gaan kijken”, zegt Kiki. „In De Doolhof, een mooi openluchttheater. Ik heb daar ook eens Ome Willem gezien. Dat herinner ik me levendiger. Deze vuist op deze vuist. Ik vond Ome Willem een enge man. Hij deed me denken aan een vroegere zwemleraar, die met een haak aan een lange stok langs de kant van het zwembad stond.”
Ze groeide op in een sportief gezin. Haar ouders Geert en Marij waren gymleraar. Ma Van Eijk speelde een tijd in het nationale zaalhockeyteam. Pa Van Eijk deed in 1976 met het Nederlands hockeyelftal mee aan de Olympische Spelen van Montreal. „Ik heb ook gehockeyd”, zegt Kiki. „En ik sport nog steeds. Drie keer in de week hardlopen door de bossen bij de Leenderheide, trainen voor de halve marathon van Eindhoven. Hardlopen is fijn. Je wordt er lichamelijk en geestelijk sterker door. En het runner’s high is ongeëvenaard.”
Ze leerde Joost kennen aan de Design Academy, die toentertijd Akademie Industriële Vormgeving Eindhoven heette. „Dat was nog aan de Elzentlaan”, herinnert Kiki zich. „Ik ging er als meid van zeventien naartoe. Erg jong, maar het voelde goed. Je wilde weg uit Tegelen, je wilde de wereld gaan verkennen. Ik leerde Joost kennen aan de Akademie, maar we werden pas na de studie een stel. We zijn vandaag de dag verbonden aan de Design Academy als hoofddocent van de afdeling Thinking Hands. De wereld van onze studenten zit anders in elkaar dan toen wij jong waren. Het is allemaal complexer geworden. Maar ik merk aan de studenten dat ze zich behoorlijk bewust zijn van hetgeen er om hen heen in de wereld gebeurt. Dat stemt me hoopvol. Nee, ik ben niet bang voor de toekomst. Eerlijk gezegd, ben ik nooit bang. Ik zie wel uitdagingen. Maar de mens is van nature nieuwsgierig, en we vinden dingen uit om problemen op te lossen. Of we daarmee iedere keer op tijd zullen zijn, is een tweede. Maar angst blijft een slechte raadgever. Ben niet bang, toon initiatief. De Design Academy zou naar Roermond verhuizen. Onze studenten maakten zich daar grote zorgen over, ze wilden absoluut niet weg uit Eindhoven. Nou, kom dan op voor jezelf, voer actie. We organiseerden van alles. Zo hebben we gepraat met de gemeente en met de pers. En kijk: de academie blijft in Eindhoven. Zie je, zei ik tegen de studenten, dat komt mede door jullie inzet. Op hoger niveau ligt het uiteraard wat ingewikkelder, maar toch. Als je niks doet, gebeurt er in ieder geval niet veel.”
Ze noemt Joost weleens de Mad Professor. Dat doet ze deels omdat hij gedetailleerde collages maakt met daarin mathematische formules en symbolen verwerkt. Hij is aan het werk in het atelier, Ko ook. Puk loopt een beetje rond. Het gezicht van de jongste straalt een en al nieuwsgierigheid uit, het gezicht van de oudste lijkt mee te denken met zijn brein, waarin je radertjes onophoudelijk hoort klikken. „Ko is fantasierijk”, zegt Kiki. „Hij bouwt dingen, waarbij hij ideeën heeft. Ko maakt ook muziek. Hij schept zijn eigen wereld. Puk kan goed schrijven. Hij is een denker, Puk vraagt zich veel af. Joost is vrij in zijn hoofd, en hij geeft mij veel vrijheid. Joost kan groot denken, maar dan durft-ie het ook aan te pakken. Zo was dit atelier er zonder hem nooit gekomen.”
Het verschil tussen design en kunst in een notendop: ‘Design schept een echte omgeving om zich in te bewegen en echte objecten om mee om te gaan, kunst schept een imaginaire wereld’. Kiki gaat daarin mee. „Ik beweeg op het kruispunt van design en kunst”, zegt ze, terwijl haar jongste komt aanlopen. Hij heeft een veelkleurig houten voorwerp in zijn handen. Het voorwerp lijkt op een forse figuurzaag. „Heb ik gemaakt”, zegt Ko. Hij vraagt aan zijn moeder of ze weet wat het voorstelt. „Een zaag”, antwoordt ze. „Néé”, zegt Ko, „een zwáárd.” Ko weet al wa-tie later wil worden: „Dierenverzorger, ninja of striptekenaar.”
Kiki heeft meegewerkt aan projecten van onder meer Coachella en het Rijksmuseum. En ze exposeerde in musea in Basel, Londen, Milaan, New York en Rome. „Leuk”, verklaart ze. „Vlak na de studie was zoiets spannend, nu is het leuk. Je staat er ook niet zo bij stil. Tokio was misschien wel de meest bijzondere ervaring. Japanners hebben een natuurlijk gevoel voor materialen, kleuren en eten. Ze beschouwen sushi als snackbarvoedsel, maar het is overal en altijd tot in de puntjes verzorgd. Een theehuis van honderd jaar oud staat in Tokio gewoon naast een hypermodern gebouw. Dat kan daar. Japanners zijn respectvol naar elkaar en hun omgeving toe. De Japanse treinen hebben ook indruk op me gemaakt. Ze zijn ontzettend schoon en efficiënt. Een delegatie van de NS was eens op bezoek bij collega’s in Tokio. Ze stonden met zijn allen te wachten op de Shinkansen Bullet Train, een supersnelle trein. Deze had bijna 1.100 kilometer afgelegd. Op een bord stond: Delay 3. Nou, zei iemand van de NS, maar drie minuten vertraging op zo’n afstand, geweldig. Nee, verduidelijkte een Japanse collega, het zijn drie seconden.”
Eindhoven? Een redelijk lelijke stad, waarvan wel wat te maken valt. Eindhoven is vrij klein voor een stad. De dorpse gezelligheid van Eindhoven trekt me aan
Ze is Tokio en Parijs gewend, maar wat vindt Kiki van Eindhoven? „Een redelijk lelijke stad”, zegt ze, „waarvan wel wat te maken valt. Eindhoven is vrij klein voor een stad. De dorpse gezelligheid van Eindhoven trekt me aan. Uiteindelijk wordt alles een dorp, want je gaat steeds naar dezelfde plekken toe, maar goed. Eindhoven heeft potentie om te groeien. Ook fijn aan deze stad: de natuur eromheen. En het ritme is hier anders dan in een grote stad als Amsterdam: minder gehaast, aangenamer.”
Wanneer je leven misschien wel voor altijd de hel zal zijn, maar je ontsnapt daaraan, dan ben je gezegend
Terug naar de vraag aan het begin van het interview. Wat is het ergste dat Kiki is overkomen? Het blijkt dat ze rond haar eerste zwangerschap te maken kreeg met het HELLP-syndroom (Hemolysis Elevated Liver enzymes and Low Platelets). Het staat voor een afbraak van rode bloedcellen, een verstoorde leverfunctie en een tekort aan bloedplaatjes. Het syndroom is een potentieel levensbedreigende aandoening voor zowel moeder als kind. „De overtreffende trap van zwangerschapsvergifging”, zegt Kiki.
„Het lijf krijgt een zware klap, en de organen worden langzaam stopgezet. In de eerste jaren werd ik overal ziek van. Je afweersysteem werkt niet meer, je houdt geen energie over. Je dient te accepteren dat je leven de hel is. Een tijdelijke hel in mijn geval, maar je weet van tevoren niet of het overgaat. De coronatijd was goed voor mij, want ik kwam toen niet of nauwelijks in aanraking met virussen. Buiten mijn zwangerschapsverlof ben ik nooit helemaal gestopt met werken. Je moet proberen om door te gaan. Ik werkte zo goed en zo kwaad als het ging. Op een gegeven moment kon ik weer wat meer. En het ging geleidelijk beter met me. Ik werk nu fulltime, ik loop weer hard. Ik zet me tegenwoordig in voor de stichting Queen of Hearts van cardiologe Chahinda Ghossein-Doha, die onderzoek doet naar het HELLP-syndroom. Zij is ooit gevlucht uit Libanon. Een fantastische vrouw, ze staat in een boek van Eva Jinek over inspirerende vrouwen. Ik help Queen of Hearts via mijn werk als designer. Jongen, wanneer je leven misschien wel voor altijd de hel zal zijn, maar je ontsnapt daaraan, dan ben je gezegend. Ik geloof niet in een god. Maar als ik ergens een kerkje of kappelletje tegenkom, steek ik er een kaarsje op.”