Pizza’s & taxi’s
Met nieuwe verkiezingen in zicht, zal er ongetwijfeld ook weer over het arbeidsrecht en de arbeidsmarkt worden gesproken. In een breder kader gaat het dan over bestaanszekerheid in een land waarin (te) veel mensen onder het bestaansminimum leven.
Een goede bescherming van de werknemer is mede in dit verband zeer belangrijk. Het arbeidsrecht kent zijn ontstaansgeschiedenis in de compensatie van de ongelijkheid van de sterke werkgever versus de zwakke werknemer. Niet zelden zullen werkgevers tegenwoordig zeggen dat de compensatiegedachte is doorgeschoten. Zij zullen daarbij verwijzen naar de strenge toets die wordt gehanteerd wanneer zij bij de rechter om ontbinding verzoeken van de arbeidsovereenkomst met hun werknemer wegens bijvoorbeeld disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie. Die toets kan in individuele gevallen inderdaad behoorlijk in de weg zitten en natuurlijk valt ook niet iedere rechterlijke beslissing per se precies goed uit.
Toch geldt over het algemeen genomen dat het arbeidsrecht in Nederland nog steeds een goede uitwerking vormt van checks and balances.
Alleen… Er is een generatie opgegroeid die eigenlijk helemaal niet op zoek is naar bescherming door het arbeidsrecht. Denk aan de platformwerkers die pizza’s willen bezorgen als ze daar zelf zin in hebben en tijd voor hebben. De Uber-chauffeurs die wel of niet nog een uurtje willen rijden. De medewerkers in de zorg die zelf hun invloed willen kunnen uitoefenen op de planning en ook om deze reden als ZZP’er aan de slag gaan.
Zeker in de krappe arbeidsmarkt van nu is lang niet iedereen op zoek naar de heilige graal: de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werkenden willen zelf bepalen of ze morgen toch van het mooie najaarsweer willen genieten, of zullen gaan werken.
Het arbeidsrecht worstelt met deze ontwikkelingen. Nu nog worden de Deliveroo-bezorgers door een arrest van de Hoge Raad als werknemer beschouwd. Voor een bepaalde groep van deze platformwerkers zal dit een welkome zekerheid bieden. Voor een andere groep echter hoeft dat niet zo nodig.
Er dient, gelet op de verschillende voorkeuren, wensen en belangen van werkenden en werkverschaffers, eigenlijk wetgeving te komen die niet meer uitgaat van het ‘one size fits all’-principe maar meer ruimte geeft aan flexibiliteit en individuele wensen. Dat is een ingewikkeld karwei waarmee politiek gezien misschien niet echt gescoord kan worden. Toch is het belangrijk dat het gebeurt.
De verworvenheden van het arbeidsrecht worden daarmee naar mijn mening niet verzwakt maar juist versterkt. Met helderheid is iedereen gediend. Laat helderheid nu juist niet zo vaak het sterkste punt van de politiek zijn.
Maar toch: succes met stemmen in november!