TU/e-bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits verlaat in april dé Brainport-universiteit
Hij vertrekt over vier maanden, bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), maar tot die tijd leeft hij zijn droom: de TU/e optimaal integreren in Eindhoven en omgekeerd. Én bouwt hij onverdroten voort aan de realisatie van de groene campus, de TU/e als living lab in de stad waar Eindhovenaren óók kunnen wonen, werken én leven, al moet je voor dat eerste wel student zijn. O ja, en hij wil graag uitbreiden naar de andere kant van de rondweg: „Ik heb toch gezegd: we gaan meer dan ooit terug naar onze roots.”
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: René Manders/DCI Media
Zijn aanstaande afscheid is toch ietwat verrassend want bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits van de TU/e werd in 2023 nog herbenoemd voor opnieuw vier jaar. Maar het komend jaar gaat hij richting pensioengerechtigde leeftijd en daarnaast blijken nieuwe uitdagingen onweerstaanbaar dus verlaat hij de dynamische omgeving van de campus in de wetenschap dat hij de TU/e-gemeenschap enorm gaat missen. Met dertienduizend studenten en zevenduizend medewerkers is de universiteit één van de grotere werkgevers en instituten in de regio.
Robert-Jan is Smits is vijfeneenhalf jaar verbonden aan de TU/e, die in 2021 zijn 65-jarig bestaan vierde. In die tijd is hij Eindhoven-fan geworden: „Het bruist hier. Ik heb het hartstikke naar mijn zin.” Hij blijft in de stad wonen. De Brabander van geboorte (Waalwijk) voelt zich thuis, zegt hij, na jaren in Brussel als directeur-generaal Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie. Waar hij als baas van een strak geregelde organisatie tachtig miljard euro verdeelde over de beste onderzoekers, universiteiten en bedrijven voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke problemen.
Dus was het even wennen om in Eindhoven leiding te geven aan ‘een beetje een vrijbuiters universiteit’ waar iedereen zijn eigen gang lijkt te gaan. Maar toen de kans zich voordeed om bestuursvoorzitter van de TU/e te worden aarzelde hij geen moment, verklaart hij. „Ik had al zoveel in Brussel gehoord over het hele ecosysteem hier, de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en de kennisinstellingen, daar wilde ik deel van uitmaken. Vanuit Brussel gingen busladingen op bezoek in de Brainportregio om te kijken wat hier allemaal gebeurt.”
Ik geniet enorm van het jonge talent hier. De passie van de jonge mensen, de drive.
Windtunnel
Hij kwam terecht in een andere wereld, geeft hij toe. „Maar ik geniet enorm van het jonge talent hier. De passie van de jonge mensen, de drive. Dan denk ik vaak: hoe was ik op die leeftijd? Ik vermoed dat ik meer aan het uitzoeken was waar het volgende feestje was dan wat zij hier doen: pitchen, voor het studententeam geld binnenhalen. startups verder ontwikkelen. Prachtig dat mensen helemaal idolaat zijn van hun project en daar zo aan werken.”
Aan de andere kant is de TU/e toch een beetje een universiteit van de crazy dingen, stelt hij: „Een voorbeeld, we hebben een windtunnel om de aerodynamica van auto’s en gebouwen te testen. Een Vlaming runde de windtunnel. Hij was helemaal gek van wielrennen. Binnen de kortste keren kwamen renners als Dumoulin, Vingegaard, Van Aert en Vos hier hun aerodynamica testen. Als je iets te krom of te recht zit, dat scheelt seconden. Vingegaard won in 2022 de Tour de France en gaf ons een getekend shirt. Dat vind ik typisch TU/e. Studententeams die auto’s bouwen en prijzen winnen. Naar Antarctica gaan. Een robotteam dat wereldkampioen voetbal wordt. Dat is wel het leuke van deze universiteit. Alles is mogelijk. Wij denken outside the box en geven ruimte aan creativiteit.”
Transformatie
De TU/e is het kloppend hart van Brainport. De instelling voorziet de high tech maakindustrie van het broodnodige technische talent. Op zijn beurt investeert het bedrijfsleven in onderzoekers en studenten. Robert-Jan vindt het belangrijk dat de universiteit spil is in het ecosysteem waarin bedrijven, overheid en kennisinstellingen samenwerken. In het laatste geval benoemt hij uitdrukkelijk de samenwerking met collega-opleidingen Fontys en Summa College in de diverse projecten. Ze zijn aanwezig op de campus, Fontys-studenten wonen net zo goed in de – nieuwe- woontorens langs de Blauwe Loper.
Robert-Jan heeft zich voorgenomen om vooral te laten zien in welk transformatieproces de TU/e zit. Gedurende de rondgang over de campus laat hij zich vergezellen door Ilse Chatrou, projectmanager Real Estate van de TU/e, waarbij de bestuurder gebarend uiting geeft aan zijn ongebreidelde enthousiasme over alle ontwikkelingen. Of hij nu wijst op The Gate – „Een one stop shop voor techstarters waar iedereen die de ambitie heeft om een bedrijf op te richten terecht kan” -, op de bovenste verdieping staat van één van de nieuwe studenten-woontorens – „Kijk eens wat een uitzicht, wat is Eindhoven toch groen hè?” -, via woongebouw Luna naar gebouw Neuron loopt (waar het AI-kenniscentrum zetelt) – „De sfeer hier, vind je die niet geweldig?” – of in het spiksplinternieuwe sportcentrum staat – „Het ziet er mooi uit, toch? Welk sportcentrum voor studenten in Nederland heeft er nou een groot terras aan een rivier? Ik ga hier regelmatig vertoeven na 1 april, als alles is aangelegd” -.
Ondertussen wijst hij op alle bijzonderheden, aangevuld door Ilse. De technische universiteit bouwt, letterlijk, maar onzichtbaar figuurlijk aan een hechte community. Er wonen inmiddels ook vijftienhonderd studenten op de campus dus moeten studeren en werken zo aangenaam mogelijk worden gemaakt, met cafés (elke faculteit heeft er één), supermarkten, restaurantjes en dienstverleners zoals een kapper, een uitzendbureau etcetera.
Het vernieuwde en uitgebreide sportcentrum, met knipogen naar architect Gerrit Rietveld, is inmiddels het grootste van het land. De TU/e telt 36 sportverenigingen, van roeien tot paaldansen. Er sporten vijftienduizend studenten, ook van andere opleidingen en instellingen, vertelt Ilse. Het nieuw ingerichte en gemoderniseerde Student Sports Café is de grootste kroeg van de stad, zegt ze. Tja, kunst, een biertje kost er € 2,50. Het terras aan de Dommel moet voor nóg meer leven in de brouwerij gaan zorgen.
Brutale brief
Trots is een woord dat Robert-Jan bij herhaling in de mond neemt. Hij heeft zijn tijd bij de universiteit goed kunnen benutten, stelt hij tevreden vast. Hij had dromen toen hij in 2019 aan de klus begon en vijfeneenhalf jaar later kan hij concluderen dat weliswaar lang niet alles maar veel is gerealiseerd. „De campus moet een soort van living lab zijn waar Eindhovenaren in de weekends naartoe komen. Dat mensen hier komen kijken en genieten. Van mij mogen we nog meer integreren in de stad.
Het is echt een volwaardige campus. Het is natuurlijk fantastisch dat wij zo dicht bij het Centraal Station zitten. Dat is een enorme troef, zeker voor studenten die hier geen woonruimte kunnen vinden. De treinverbindingen zijn goed. Er liggen veel mogelijkheden voor andere steden. We praten met Helmond, Weert, Venlo, Kerkrade… Weert is zestien minuten met de trein, die zes keer per uur rijdt. Ze willen meeprofiteren van het succes van Brainport, nou, investeer in studentenhuisvesting, zeg ik dan. Voor een Amerikaan is Venlo ‘one metro stop away’. Je moet wel eager zijn als je wil meeliften door je zelf aan te bieden en snel te gaan.”
Zelf heeft de bestuursvoorzitter zijn oog laten vallen op uitbreiding van de campus aan de andere kant van de rondweg, waar de sportvelden liggen én nog het Máxima MC staat. Hij heeft zijn plan hiervoor bij de gemeente Eindhoven neergelegd. Over tien jaar zijn de gebouwen aan de Ds. Theodor Fliednerstraat, waarin voorheen Fontys was gehuisvest, niet meer nodig. Nu vinden TU/e-faculteiten er tijdelijk onderdak als hun eigen behuizingen worden gemoderniseerd. „We kunnen niet alles op de huidige campus doen”, verklaart Robert-Jan. „We willen verder uitbreiden, er studentenwoningen neerzetten, als het even kan, óók op grond van MMC. De grond onder het ziekenhuis is privaat eigendom. We zijn in gesprek met de eigenaar die werkt aan een plan voor de herontwikkeling van deze locatie. Ze tonen zich bereid om na te denken hoe studentenhuisvesting eventueel deel uit kan maken van hun plannen.
En ik heb een brutale brief naar de gemeente gestuurd”, grijnst hij. „Niet geschoten is altijd mis hè? Ik heb de campusplannen laten zien, met alles al ingetekend. Dat vind ik ook het leuke van deze stad en de regio. Je kunt dit gewoon doen, en er dan over praten.”
Onze verbondenheid met de stad is enorm. Dat is mijn belangrijkste boodschap.
Verbinding
Aan dromen heeft Robert-Jan geen gebrek maar aan ambities net zo min. Zijn voornemen is nog altijd om de TU/e te laten groeien, al zal hij de rest van de uitvoering aan zijn opvolger overlaten. De beoogde verdubbeling van het aantal studenten acht hij niet haalbaar voor 2030 maar hij verwacht wel binnen enkele jaren op vijftien- à zestienduizend uit te komen, ondanks de aangekondigde bezuiniging op het hoger onderwijs. Ter vergelijking en voor het juiste perspectief: concurrent Delft is twee keer zo groot terwijl deze technische universiteit in een veel minder bloeiende regio staat, stelt de TU/e-bestuurder. „Terwijl het hier gebeurt! Wij willen heel graag uitbreiden en zullen zeker groeien. Alleen zal het geleidelijk gaan, dankzij de rijksbijdrage uit ‘Beethoven’ en de deal met ASML, dat een cleanroom bouwt op de campus. We zullen met name op het vlak van semicon (halfgeleiders – HM) doorgroeien. Ik ben ervan overtuigd dat we in 2032 zo’n twintigduizend studenten hier hebben. Vergeet niet dat we druk zijn met andere vormen van onderwijs, bijvoorbeeld online.”
De regio plukt de vruchten van de TU/e maar omgekeerd is net zo goed het geval, erkent de bestuurder. „Wij zijn open naar de stad en oriënteren ons voortdurend op onze rol binnen Brainport. De TU/e is dé Brainport universiteit. Wij zijn trots op de stad en de regio en zoeken voortdurend de verbinding. Dat blijkt uit onze intensieve samenwerking met het bedrijfsleven maar dat gebeurt ook door deelname aan events, denk aan Dutch Design Week en GLOW. We hebben we een vitality hub opgericht op de High Tech Campus.
De grootste uitdaging wordt natuurlijk Knoop XL, de ontwikkeling van de Fellenoord in het centrum van Eindhoven. Daar moeten vijftienduizend mensen komen te wonen tegenover tweehonderd nu. Robert-Jan: „Hoe zorgen we ervoor dat de overgang van de campus naar de hoogbouw een vloeibare wordt? Wij willen een groene campus blijven, misschien kunnen aan de grens met de TU/e op een lager niveau studentenwoningen worden gebouwd, is er ruimte voor startups, en dan geleidelijk hoger? We denken mee. Onze verbondenheid met de stad enorm. Dat is mijn belangrijkste boodschap. We zijn een grote en belangrijke werkgever in de regio, we leveren een bijdrage aan talentontwikkeling en werkgelegenheid, tachtig procent van onze ingenieurs vindt werk in een van de high tech-bedrijven, kortom, we zijn er voor en door de regio. Je weet dat een droom van mij is om het Momentum, onze graduation, in het Philips Stadion te doen? Een mooi verhaal is dat van de taxichauffeur die zei ‘WE zijn wereldkampioen!’ toen ons Solar Team met de zonne-auto wereldkampoen werd. Hij voelde zich verbonden met de universiteit en het succes. Ja, dan zijn we trots.”
De liefde voor de regio is groot. VDL, ASML, Philips, de persoonlijke betrokkenheid van de CEO’s. Dat leidt tot commitment aan de kenniscentra, de stad
Liefde
Robert-Jan denkt, nee, is ervan overtuigd, dat het helpt bij het verwezenlijken van alle plannen dat hij Brabander van geboorte is. Zijn opvolger moet op zijn minst affiniteit hebben met de regio. ,,Dat zou mooi zijn. De liefde voor de regio hier is groot. Ik heb dat Peter (Wennink, voorzitter van de raad van toezicht van de TU/e en voormalig CEO van ASML – HM) ook laten weten. VDL, ASML, Philips, de persoonlijke betrokkenheid van de CEO’s. Dat leidt tot commitment aan de kenniscentra, de stad, kijk naar het Muziekgebouw, noem maar op. Er is steeds meer sprake van publiek-private samenwerking. We helpen elkaar. Denk aan de schuldsanering. Dat is eigenlijk een publieke taak, maar dat gebeurt nu ook bij en door bedrijven via Brainport voor Elkaar, waarvan wij ook lid zijn geworden.”
Hij wil nog wel een anekdote kwijt over zijn komst in de regio. Zijn voorganger Jan Mengelers, Limburger van geboorte, introduceerde hem bij de Eindhovensche Fabrikantenkring, waarin alle CEO’s van de high tech maakindustrie zijn vertegenwoordigd. Totale omzet zo’n 73 miljard euro, rekende hij destijds gauw uit. Jan wijdde uit over Robert-Jan zijn imposante, Europese carrière in Brussel. Er volgde geen enkele reactie, vertelt de TU/e-voorzitter. ,,Pas toen Jan zei dat ik Brabander ben, werd er geapplaudiseerd. Daarna kwam Wim van der Leegte naar mij toe en zei: ‘Kom jij maar eens bij mij aan tafel zitten’. Dan hoor je erbij. Dat is heel bijzonder.”
_____________________________
Tegenwind
Bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits kende ook wat tegenwind. Onder zijn leiding groeide de instroom van het aantal vrouwelijke hoogleraren naar vijftig procent, waarvoor de TU/e in 2021 werd onderscheiden door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. Het voorkeursbeleid leidde tot grote beroering, met veel tegenstanders en voorstanders. Dat gold ook voor de positie van universiteitsblad Cursor. De redactie voelde zich beperkt in haar persvrijheid omdat het universiteitsbestuur kritisch artikelen tegenhield. De hoofdredacteur vertrok. Vorig jaar legden drie parttime hoogleraren hun functie neer vanwege een conflict met hun faculteitsbestuur. Na intern onderzoek steunde het college van bestuur de faculteit. Robert-Jan reageert als volgt: „De TU/e is een kleine stad met twintigduizend personen waar natuurlijk ook af en toe gedoe is. Daar ontkom je niet aan. En eigenlijk valt het ook wel weer mee met het gedoe. Het is gewoon een heerlijke community.”
_____________________________