Rabobank-directeur Marc Cootjans is optimistisch over economisch perspectief Brainport
Marc Cootjans woont, leeft en werkt zo’n dertig jaar in de regio Eindhoven. De laatste tijd als coöperatief directeur Rabobank Oost-Brabant én directeur Rabobank Regio Eindhoven. Als zodanig is hij ook persoonlijk zeer betrokken bij de problemen en de uitdagingen van Brainport. Dat hard op weg is om de eerste economie van het land te worden, weet hij. Maar het is wel hoog tijd voor actie. Aan ideeën om de boel vlot te trekken, zeker op het gebied van wonen, geen gebrek bij hem.
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: DCI Media
Rabobank wil maatschappelijke impact maken. Dat is niet gek voor een coöperatie waarvan de leden de belangrijkste stakeholders zijn. De bank is traditioneel goed vertegenwoordigd in de landbouw, nog altijd 85 procent van de boeren, tuinbouwers, fruittelers etc. is klant. Ook in Zuidoost-Brabant is de sector een belangrijke doelgroep. Landelijk investeert de bank miljarden in de landbouw, ook in innovatie. Rabobank is naast een coöperatieve organisatie echter ook een onderneming waar winst moet worden gemaakt en door de investeringen kan het geld worden terugverdiend.
Dit model is ook van toepassing op de Brainportregio die een heel andere dynamiek kent én andere problemen en uitdagingen, zoals Marc Cootjans ze noemt. Grootste uitdaging is de woningbouw, door het huidige, veel te trage bouwtempo en het gebrek aan woningen in de middenhuur. In de komende jaren komen er in de regio 75.000 banen bij waardoor er 100.000 woningen gebouwd moeten worden. Het benodigde geld is er, mede dankzij ‘Beethoven’ en deelname van het bedrijfsleven, de plannen zijn er, maar het stropt bij de uitvoering. Daar ligt een scala aan oorzaken aan ten grondslag die één voor één moeten worden weggehaald.
Marc is niet bang dat de regio door het lage bouwtempo het momentum zal verliezen oftewel de boot gaat missen. „Nee, want de druk staat op de ketel. Nu kent ASML even wat minder groei. Dat klinkt verontrustend, maar ik vind het bijna a blessing in disguise omdat we hier toch al mega uitdagingen hebben. De woningmarkt is oververhit. De traditionele processen leveren onvoldoende resultaat op waardoor de druk enorm opbouwt. Het wordt tijd dat we de bestaande protocollen, en regels voor mijn part, gaan doorbreken. We moeten eindelijk en snel gaan leveren.”
Één loket
Er moet meer en beter worden samengewerkt, stelt de Rabobank-directeur. „Het gaat om een versterking van de uitvoeringsorganisaties.” Voor versnelling van de woningbouw kondigt hij alvast de vestiging van een ‘fysiek hoofdkwartier’ in de stad aan, waar de betrokken partijen bij elkaar gaan zitten. „Het gaat om publiek-private samenwerking, een krachtenbundeling in de uitvoering van alle woningbouwplannen.”
Landelijk stoppen we als Rabobank miljarden euro’s in de middenhuur en we gaan nu kijken wat we voor Brainport kunnen betekenen
Daarnaast wordt onderzocht of er een fonds kan komen voor de bouw van woningen in de middenhuur. Daar is een groot gebrek aan, is de constatering. „Het voornaamste probleem is de huidige businesscase, gebaseerd op het programma van eisen van de gemeentes: tweederde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn, sociale huur, in Eindhoven zelfs 85 procent. Dan weet je dat het financieel moeilijk wordt, met de gestegen rente en kosten, waaronder loonkosten. De loonstijging in Nederland ligt inmiddels boven de inflatie. Dat moet nu stoppen. Landelijk stoppen we als Rabobank miljarden euro’s in de middenhuur en we gaan nu kijken wat we voor de Brainportregio kunnen betekenen. We sleutelen aan een fonds voor dit segment.”
De woningbouw in Nederland is nog heel traditioneel en kost daardoor meer tijd terwijl er behoefte is aan snel industrieel bouwen, gaat Marc verder. „Er is veel meer standaardisatie mogelijk door massale inkoop. Waarom worden niet duizend dezelfde woningen ingekocht? En dan kun je echt wel aan de buitenkant variatie aanbrengen. De schatting is dat daardoor de bouwkosten met zeker tien procent kunnen dalen. Plus subsidies én als de gemeentes dan ook nog wat van hun eisen willen laten vallen, dan moeten we tempo kunnen maken. Personeelsgebrek is nog wel een probleem. Ook bij gemeenten. Specialisten gaan vaak liever bij ontwikkelaars werken dan bij de overheid. Als bedrijfsleven kunnen we bijdragen door bijvoorbeeld projectmanagers te detacheren in het ‘hoofdkwartier’.
Een ander idee is dat een woningbouwproject toch start, terwijl nog sprake is van één of enkele hardnekkige bezwaarmakers, zegt Marc. „In geval dat we inschatten dat het bezwaar weinig kans van slagen heeft, zouden we toch alvast aan een project kunnen beginnen. De vraag is of wij als bank dat risico aandurven, want in principe doen wij niks als de bouwvergunning niet onherroepelijk is. Ik wil deze mogelijkheid best onderzoeken. Maar laten we dat dan samen met andere partijen doen, bijvoorbeeld met de Rijksoverheid, met gemeentes en met ontwikkelaars. Projecten kunnen tegenwoordig lang worden ‘gegijzeld’ door slechts enkele bezwaarmakers. Het gebrek aan tijd en de enorme woningnood vragen gewoon om onorthodoxe methodes.”
Benen op tafel
Als ‘groot-Eindhovenaar’ is de Rabobank-directeur persoonlijk betrokken geraakt bij de stormachtige ontwikkeling van Brainport en de maatschappelijke impact daarvan. „Daar begint alles mee. Ik vind het leuk om aan een klein tafeltje te zitten met andere mensen die uiteindelijk ook de besluiten kunnen nemen en te zeggen: “Jongens, laten we eens kijken hoe ver we komen met denken outside the box.”
In plaats van het momentum te verliezen, is Marc ervan overtuigd dat in de Brainportregio de wal het schip gaat keren. „Wij zetten de kennis, het netwerk en het geld van de bank in om oplossingen uitgevoerd te krijgen. Maar het is geen hit and run. De maatschappelijke worsteling is groot. Het piept en kraakt, dus we moeten vooruit. Ik ben hier voor de lange termijn, de relaties zijn langdurig, het vertrouwen is groot. Ik vind dat heerlijk werken. Het lobbywerk is gedaan, de miljarden komen, da’s allemaal het punt niet. Het is niet moeilijk om mensen met goede connecties bij elkaar aan tafel te krijgen. De regio is groot maar wel overzichtelijk qua mensen. Wonen is topprioriteit. Daar komen we een keer doorheen.”
De sociale problematiek vraagt nu de hoogste aandacht, vandaar de oprichting van Brainport voor Elkaar
Brainport voor elkaar
Hij heeft nog een zorg, en dat is de sociale agenda van Brainport. Marc is vice-voorzitter van de jonge vereniging Brainport voor Elkaar, waarbinnen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties actief zijn bij het aanpakken van sociaal-maatschappelijke problemen zoals schulden. Eindhovens burgemeester Jeroen Dijsselbloem is voorzitter. „De sociale problematiek vraagt nu de hoogste aandacht, vandaar de oprichting van Brainport voor Elkaar.”
Daarnaast is er de zorg over de kwantiteit en kwaliteit van de voorzieningen. Ook de regionale samenleving zal niet ontkomen aan de concentratie van diensten, weet Marc. „Net zoals in Zuid-Limburg, waar ziekenhuizen taken onderling verdelen. Dat gaan we hier ook meemaken, alleen al door het personeelstekort. Gelukkig voelen wij ons in de Brainportregio met elkaar verbonden. Dus het gevoel zal anders zijn dan in Limburg. We hebben trouwens niet alleen te maken met het personeelstekort in de zorg, maar nu ook al in het basisonderwijs, terwijl er juist scholen bij zullen moeten komen. Ook dat wordt nu allemaal in uitvoering genomen.”
Koek
Het economische perspectief voor de regio is onverminderd goed, verklaart Marc. „Het bedrijfsleven investeert weer meer dan de afgelopen jaren. Voor de bank zijn er weinig kredietverliezen, zoals wij dat noemen, dus weinig faillissementen bij de grotere bedrijven. De arbeidsmarkt is heel sterk, er is geen noemenswaardige werkeloosheid waardoor in verhouding ook niet veel betalingsproblemen voorkomen. Over het algemeen is onze economie heel gezond. De koopkracht is goed door alle loonsverhogingen. Het bedrijfsleven, de zorg en het onderwijs hebben de aanpak van de inflatie voor hun rekening genomen door de salarissen te laten stijgen. De overheid hoeft daarom nu minder te doen. Verdere stevige loonsverhogingen zijn onverstandig, want dan stijgt de inflatie weer, omdat bedrijven de nieuwe lonen doorrekenen in hogere prijzen. Ja, ik ben zeer optimistisch over de toekomst. We hebben een heel interessante economische koek te verdelen maar die moet wel goed verdeeld worden.”