Judoka, ondernemer, prins carnaval, acoliet, verenigingsmens en CDA-frontvrouw:
Ze is een vertrouwd gezicht in het dorp, staat midden in het leven en midden tussen de mensen. Eigenlijk door gewoon zichzelf te zijn en er het beste van te willen maken, helpt Tanja in Waalre mee aan het versterken van de sociale cohesie. Met gewone deugden en zonder moreel haar gelijk te willen halen, vergroot de Wolderse in haar geboortedorp de geest van saamhorigheid steeds weer opnieuw en steeds een klein beetje meer.
Tekst: Karin van Berkel | Foto’s: Kees Martens/DCI Media
Haar inzicht, inzet en inbreng worden gewaardeerd en werden dit jaar bij een groter publiek bekend, toen Tanja (50) werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. „Ik ben enorm dankbaar en vereerd dat mijn dorpsgenoten en judovrienden, de mensen die mij kennen vanuit het verenigingsleven, mij hiervoor hebben voorgedragen. Dat deze nominatie vanuit de samenleving is gekomen, míjn samenleving, is natuurlijk het allermooiste.”
Door samen te werken en te streven naar saamhorigheid bouw je een gemeenschap op. Wanneer je weet wat mensen bindt, houd je rekening met opvattingen en belangen om doelen te kunnen bereiken.
„Als eigenaar van Leeuwendael Evenementen weet ik dat het organiseren van een event vele motieven en dus ook vele doelstellingen kent. Mijn persoonlijke waarden liggen op één lijn met mijn werkethiek: ik vind het essentieel mensen vooruit te helpen en positieve energie te brengen. Dat is van toepassing op mijn taken bij verenigingen en geldt ook in mijn zakelijk leven. Ik breng rust, structuur en overzicht, maar liever dan ‘succesvol’ te worden genoemd, wil ik ‘betekenisvol’ zijn. Dat ik daarmee een atypische ondernemer ben weet ik. Mijn bedrijf hoeft niet ieder jaar te groeien, zolang het maar wel financieel gezond blijft. Ik vraag me weleens af: is welvaart mogelijk zonder groei?”
Ik vind het essentieel mensen vooruit te helpen en positieve energie te brengen
Echt goede vrienden heb je maar weinig; dat hoeven er maar een paar te zijn, wordt weleens gezegd. De Griekse filosoof Aristoteles maakte het bonter: hoe meer vrienden je hebt, hoe minder ze waard worden. Voor Tanja gaat die uitspraak niet op. „Dat voelt voor mij heel anders. Ik heb een groot hart en daar passen heel veel mensen in.”
Tussen de vier muren van haar huis is ze weinig te vinden; er is altijd wel een feest waar ze bij wil zijn, een vergadering van de carnavalsvereniging waar ze wordt verwacht, een mis om te dienen, een netwerkactiviteit die ze niet wil missen of een raadsvergadering die ze niet mág missen. „Plannen maken voor de verre toekomst doe ik eigenlijk niet. Waar anderen een stip op de horizon zetten en weten waar ze over tien jaar in hun leven willen staan, leef ik naar wat er op mijn pad komt. Dat past het beste bij mij.” Daarom is het best verwonderlijk dat Tanja met vrienden bezig is met het plannen én maken van een wereldreis.
„Ik zeil graag en geregeld. Met een goede vriend sprak ik vaak over Frans-Polynesië en hoe mooi Bora Bora is. ‘Waarom zeilen we er niet gewoon eens heen?’, zeiden we vaak tegen elkaar. Dit idee hebben we later met vijven geconcretiseerd en er een wereldreis in delen van gemaakt. We werken allemaal, maar wilden dit avontuur graag aangaan. Vorig jaar zijn we aan etappe één begonnen door met de catamaran van Griekenland naar Spanje te zeilen.
Het allermooiste vind ik dan het moment waarop de zeilen zijn gehesen, de motor uitgaat en je alleen nog het geluid van de wind hoort en de boot die door het water snijdt. We waren altijd redelijk dicht in de buurt van de kust, dus ik ben wel nieuwsgierig naar wat het met me doet wanneer we binnenkort de Atlantische Oceaan oversteken naar het Caraïbische gebied. Dat duurt vijftien dagen en hebben we alleen maar water om ons heen. Ik kijk wel uit naar de rust, maar kijkt die rust ook uit naar mij?”
Of de weidsheid van de oceaan Tanja net zo zal grijpen als de weidsheid van de steppen, waar ze als judocoach kwam, valt dus nog te bezien. „Ik ben enorm fan geworden van Kazachstan. De graslanden en de grote stukken zandgrond zijn prachtig, maar dan vooral het uitzicht erover.”
Toen de voormalig vicewereldkampioen Jiujitsu als zesjarige, in het zaaltje naast sporthal De Voldijn, van Piet Bastings haar eerste judolessen kreeg, kon niemand bevroeden dat Tanja’s talent voor deze sport haar later naar deze bijzondere delen van de wereld zou brengen. Haar sportieve achtergrond bracht de judoka naast mooie prijzen ook doorzettingsvermogen en discipline, de durf om af te wijken van een groep, in actie te komen en te blijven en om niet bang te zijn om te falen of succes te hebben.
Deze kwaliteiten kun je ook toepassen binnen het verenigingsleven, waar Tanja middenin zit. Daarmee inspireert ze ook anderen om als vrijwilliger actief te zijn en te helpen de verschraling van de samenleving tegen te gaan. Energiek, ambitieus en gedreven neemt ze haar verantwoordelijkheden, maar is ook van mening dat, indien mogelijk, ook anderen ergens de schouders onder moeten zetten: „Mijn leeftijdsgenoten, de veertigers en vijftigers, moeten op vrijwilligersgebied in Waalre ook veel meer die verantwoordelijkheid gaan nemen. Alleen dan blijft het verenigingsleven levendig. Meer mensen moeten opstaan en zitting nemen in besturen en commissies. Dat kost tijd, ja, maar als we het sámen doen wordt het beter behapbaar en is het ook nog eens gezelliger. Zonder vrijwilligers geen vereniging en geen gemeenschapszin.”
Tanja handelt steeds op basis van vertrouwen: daardoor is ze soms ook wel een tikje naïef. Die naïviteit kan een lelijke valkuil zijn en argeloosheid brengt soms teleurstelling: „Ach, dan krijg ik af en toe maar het deksel op mijn neus; ik blijf uitgaan van goede intenties. Ik zie dat de samenleving verhard en schrik soms van de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Je kunt alles tegen elkaar zeggen en je hoeft het echt niet met elkaar eens te zijn, maar je dient mensen niet te kleineren of te kwetsen.
Vanuit mijn ‘zijn’ pas ik bij het gedachtegoed van het CDA: minder ík en meer wíj. In Waalre heb ik in het bestuur gezeten en ik ben in het verleden lijstduwer van de partij geweest. De bestuurscrisis in 2020 heeft mij erg geraakt. Toen het gemeentebestuur opstapte had dat behoorlijke impact. Toch vond ik ook toen dat ik iets moest doen.”
Met veel voorkeursstemmen werd Tanja vorig jaar de gemeenteraad ingestemd. Ze werd meteen fractievoorzitter, omdat de partijleider van destijds wethouder werd. Het had voor haar niet gehoeven, maar ja, dat verantwoordelijkheidsgevoel hè…?
„Ik ben me er nu wel bewuster van het feit dat veel mensen anders denken dan ik. Dat geeft mij ook andere inzichten. De politieke verschillen ervaar ik als waardevol en interessant. Met zeventien mensen hebben we in de Waalrese gemeenteraad een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol. Echt luisteren naar elkaar is ook hier de bedoeling. Als dorpsbewoners maken we het dorp en moeten daarin onze verantwoordelijkheden nemen: sámen zijn wij Waalre. Dat betekent oog hebben voor elkaar, maar ook niet vergeten om af en toe eens goed in de spiegel naar onszelf te kijken. Ik geloof in de kracht van kleine gemeenschappen waar ‘de mens’ voorop staat en efficiency niet tot doel is verheven. Door de kleinschaligheid van onze gemeente kan Waalre, met een sterk bestuur en de financiën op orde, een zelfstandige gemeente blijven. Het lokale beleid blijft afgestemd op de voorkeuren van de inwoners, terwijl we op velerlei gebied ook hier voor, door en ín de regio iets kunnen betekenen.”
Als dorpsbewoners maken we het dorp en moeten daarin onze verantwoordelijkheden nemen: sámen zijn wij Waalre
Tanja is in veel wereldsteden geweest en heeft veel verschillende mensen ontmoet, maar in Woldere is zij echt thuis: „Hier ben ik opgegroeid en zijn mijn broer Martijn en ik liefdevol en in alle vrijheid door onze ouders grootgebracht. Samen met mijn vrienden zijn zij mijn steun en toeverlaat. Ik ben in januari 50 jaar geworden en heb al veel moois om op terug te zien, maar ik kijk ook nog steeds verwachtingsvol vooruit.”