Oud-gemertenaar even terug in de stad van zijn PSV
De Stijlpastoor des Vaderlands aanschouwt de gebouwen om hem heen. „Doet me denken aan Brooklyn”, zegt-ie op Strijp-S in Eindhoven. Oud-Gemertenaar Arno Kantelberg (54) is meerdere keren in Amerika geweest. Zoals in de tijd dat zijn oudste zoon in Florida college-basketbal speelde. „Maar Max scheurde zijn kniebanden af”, zegt Kantelberg. „Einde verhaal.” Het is een van de weinige keren deze zonovergegoten vrijdag, dat hij een uitspraak niet relativeert.
Tekst: Frank Vonken | Foto’s: Eddie Mol
Hij vormt samen met voormalig JFK-hoofdredacteur Willem Baars de hoofdredactie van ModMod. Dit nieuwe high-end tijdschrift verhaalt over onder meer mode, architectuur, design, auto’s en uiterlijke verzorging. Het is een van de vele projecten die Kantelberg op poten zette, of waaraan hij meewerkte. Nadat hij in 1991 cum laude afstudeerde aan Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, begon-ie aan een dollemansrit door medialand.
Adjunct-hoofdredacteur van de VARA-gids, Carp en Nieuwe Revu. Hoofdredacteur van Man, Esquire, Men’s Health, National Geographic Traveller en National Geographic Historia. Columns voor Volkskrant Magazine en voetbalblad Santos. Schrijver van boeken, gast in radioprogramma’s. Maar Kantelberg is het bekendst van tv. De goegemeente kent hem vooral door zijn bijdragen aan RTL Boulevard.
Kantelberg is het bekendst van tv. De goegemeente kent hem vooral door zijn bijdragen aan RTL Boulevard.
„Ik kan niet stilzitten”, verklaart Kantelberg, die met zijn gezin in Amsterdam woont. „Soms weet je dat je het rustig aan moet doen, maar dat lukt me niet zo. Nu ook niet met ModMod. Dit blad luidt de wederopstanding van het papieren tijdschrift in. Nou ja, de wens is hierbij de vader van de gedachte, maar toch. Knisperend papier staat haaks op de steeds digitalere tijdgeest. Wie schrijft er nog een brief? Wie knoopt in de wachtkamer een praatje aan? Iedereen zit tegenwoordig aan zijn telefoon geplakt. Afijn, ModMod. Ik zit ‘s avonds weer met mijn laptop op schoot. Het is de onrust in mijn lijf. De angst dat je journalistiek door de mand valt, zodat je in kunt pakken. Rust nooit op je lauweren, er is altijd morgen. Tot je doodgaat.”
Hij bestiert ‘een winkel in lifestyle, voornamelijk op mannenmode gericht’. In die hoedanigheid verkoopt Kantelberg zijn waren. Zo schuift hij regelmatig aan bij talkshows. Ze zien hem in Hilversum graag komen. Kantelberg is een rijzige (1.90 meter) man, die vaak gekleed gaat in een stemmig kostuum. Op zijn hoofd rusten grijze haren, aan zijn kin hangt een grijs baardje. De bijna statige blik in zijn ogen maakt het plaatje af.
„Even over die blik”, zegt hij. „Daar krijg ik veel dezelfde reacties op. Laatst nog, tijdens een talkshow. Op een gegeven moment sluipt de opnameleider naar me toe. Arno, fluistert-ie, zou je iets vrolijker kunnen kijken?”
Zijn interesse in mode is uitgegroeid tot een eenmansbedrijfje. Het schrijven van boeken maakt deel uit van zijn nering. Kantelberg schreef meerdere boeken over mode. Boeken, zoals: Man op zijn best, en Man op zijn allerbest: kledingadvies van de Stijlpastoor des Vaderlands. „Het tweede boek is eigenlijk het eerste”, zegt hij grijnzend. „Aangevuld met een paar alinea’s. Daarin dingen als: een spijkerbroek kan, maar trek dan wel een blauwe aan. Wat niet kan? Mannen in een polo met de kraag omhoog. Of je moet een taxichauffeur uit Napels zijn.”
Zijn vader overleed in 1972, Kantelberg was drie. „Mijn moeder zorgde voor mijn broer Jean-Pierre en voor mij”, zegt hij. „Ze zat in de bijstand. En ze poetste in Gemert bij mensen thuis. We kwamen niet vaak in Eindhoven. Ik ken de stad ook niet goed. We gingen met zijn drieën naar Eindhoven om een winterjas te kopen, of een paar schoenen voor het schooljaar. Op de fiets 22 kilometer heen, 22 kilometer terug. Trouwens, Jean-Pierre. Wat een belachelijk dure naam voor iemand uit Gimmert.”
Mijn moeder zat in de bijstand. En ze poetste in Gemert bij mensen thuis
RTL Boulevard stond twee jaar terug in de belangstelling van de wereldpers. Misdaadverslaggever Peter R. de Vries werd vermoord, vlak nadat hij de studio van Boulevard in Amsterdam had verlaten. „Ik kende Peter al op mijn negentiende”, aldus Kantelberg. „Hij was toen hoofdredacteur van het tijdschrift Aktueel. Na een paar maanden studie ging ik in de vakantie bij hem werken. We hebben altijd contact gehouden. Na zijn dood spreek ik zijn zoon Royce aan de telefoon. Koude rillingen. Zijn stem lijkt zó op die van zijn vader.”
Een paar dagen na de moord op De Vries, werd de Boulevard-studio ontruimd vanwege een ‘ernstige dreiging’. „Ik heb me persoonlijk nooit bedreigd gevoeld”, aldus Kantelberg. „Wacht, dat klopt niet helemaal. Ik reed een keer van Boulevard naar huis, achter me een auto met twee mannen erin. Daar word je wel een beetje paranoïde van. Gelukkig bleken het veiligheidsmensen te zijn. De beveiliging is er vandaag de dag nog. Mannen met uzi’s. Mijn gezin is niet bang geweest, mijn gezin weet: Arno staat niet in het oog van de storm, Arno gaat over de kleertjes.”
Lifestyle komt uit het Engels. De betekenis: de kenmerkende manier van leven van een individu, een groep of (sub)cultuur. Het was oorspronkelijk een echte levenswijze. Maar het begrip is gekaapt als marketingterm voor marketingsegmentering op basis van consumentengedrag. En de commercie creëert doelgroepen om lifestyle-producten te slijten. Één van die doelgroepen is de jeugd. Een voor de commercie belangrijke doelgroep, want deze is een grote -toekomstige- afnemer van de producten.
Loopt Kantelberg niet klakkeloos mee in de pas van de commercie? „Ik duid alleen een beetje”, zegt hij. „Stijlpastoor moet eigenlijk stijlkapelaan zijn. Ik heb een gidsende rol. Een pastoor is een herder, een kapelaan een herdershond. Stijlpastoor klinkt gewoon beter. Maar ja, de mode-industrie is na de olie-industrie de grootste vervuiler ter wereld. Je koopt voor vijftien euro een bloesje dat lijkt op een blouse van Dolce & Gabbana. Er zit een berg afval aan vast. En ik doe eraan mee, dat is zo. Maar mijns inziens op een redelijk verantwoorde wijze. Kijk, je wordt geacht kleren te dragen. Je hebt dus kleding nodig. In plaats van dat goedkope bloesje, zou je een duurzamer bloesje kunnen aanschaffen. Gaat langer mee, minder vervuiling, en je bent op de duur goedkoper uit. En waarom laat niemand meer zijn spullen repareren? Mijn schoenen worden verzoold, mijn sokken gestopt.”
Mijn schoenen worden verzoold, mijn sokken gestopt
Hij had al in zijn jeugd er aardigheid in om er op kledinggebied wat van te maken. Muziek lag ten grondslag aan deze ontluikende belangstelling voor mode. „New wave en ska”, zegt Kantelberg. „Engelse bandjes uit de jaren tachtig. The Specials, The Cure. Door dergelijke bands kreeg ik interesse in de bijbehorende kleding, nou ja, uitmonstering. Jaren later besef je dat je van jouw gedachten over mode een winkeltje kunt maken. Er zijn in Nederland veel stylisten, maar weinig mannen die een beetje speels en intelligent over mannenmode schrijven. Het moet bij mij allemaal net iets anders. Ik blijf een kwajongen. PSV wint van Ajax in de bekerfinale, en je zit even later bij Boulevard. Jasje aan, eronder een shirt, waarop je net 1913 ziet staan, het jaar dat PSV werd opgericht. Hebben ze daar toch niet in de gaten. Ik ben een fanatieke PSV-supporter. En ik heb mijn gezin gekneed. Bij ons gaat iedereen voor PSV. Mijn jongste zoon is daarin het heftigst. Mick basketbalt in Antwerpen. Toen hij drie maanden was, heb ik ‘m aangemeld bij de Phoxy Club. Als PSV speelt, gaat-ie los. Hij loopt ook weleens in een PSV-shirt door Amsterdam.”
Als PSV speelt, gaat mijn zoon los. Hij loopt ook weleens in een PSV-shirt door Amsterdam
Kantelberg stelt zich immer voor als journalist. „Omdat ik dat in wezen ben”, zegt hij. „Afgestudeerd in Tilburg, waar ik niet veel geleerd heb. Maar daar wakkerden de docenten wel het vuurtje aan. In een trenchcoat en met een blocnote op pad. Om het nieuws te duiden. Mooiers bestaat er niet. Begrijp me goed, ik ben gelukkig. Fantastisch gezin, leuk werk. Maar ik mis zo nu en dan het echte journalistieke werk.”
Tot je doodgaat, liet Kantelberg eerder optekenen in dit verhaal. Denkt hij ooit aan zijn dood? „Nu jij erover begint”, zegt de Stijlpastoor des Vaderlands. „Anders nooit. Ik sta erg optimistisch in het leven. Er moet ‘s morgens eerst een koffie in, daarna pak ik het leven onverdroten aan. O ja, ik kan van slag raken. Maar ik heb na een tegenslag snel zoiets van: we gaan dit varkentje wassen. Of ik trots ben op mijn eigen verdiensten? Toen mijn dochter Charlie haar zwemdiploma behaalde, toen was ik pas écht trots.”