Winny Hoffmann ontmoet: Maurice Verberne
Voor de tweede ontmoeting blijft Winny Hoffmann opnieuw dicht bij huis, al is de afspraak in het Jan Louwers Stadion, de werkplek van haar neef Maurice Verberne. Hij is trainer-coach van FC Eindhoven dat in de Keuken Kampioen Divisie speelt. Winny is zijn tante maar tevens ‘surrogaatmoeder’. Zijn eigen moeder, Winny’s zus, overleed ruim een jaar geleden. Ze spreken elkaar veel en dan gaat het vaak over voetbal. Er zijn genoeg parallellen tussen het leiden van een selectie voetballers en werknemers in een middelgroot bedrijf.
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: Luca Engelbracht
Winny is een liefhebber van het spelletje, zoals ze voetbal noemt. Ze is supporter van PSV waar ze een eigen box heeft. Ze volgt met evenveel enthousiasme de verrichtingen van haar neef, toen hij profvoetballer was van onder andere ADO Den Haag en MVV, waar hij later ook trainer werd. Beiden zijn geboren in Beek en Donk. Maurice zijn moeder was net zoals Winny van Indonesische afkomst. Hij herkent het Aziatische temperament bij zijn tante en zichzelf. Het helpt bij het coachen van voetballers uit meer exotische landen, vertelt hij.
Emotie is onlosmakelijk met voetbal verbonden, maakt de sport daarom zo spannend en leuk, maar vereist juist daarom ook het nodige van de begeleiding van spelers, weten zowel Maurice als Winny. „Verbinden is heel belangrijk”, zegt Winny. „Soms is er in het voetbal een vrouwenhand nodig. Ga niet zitten schreeuwen als coach of alleen benadrukken wat er allemaal fout gaat. We maken allemaal fouten. Blijf rustig. Schiet niet in de negatieve emotie. Blijf mensen als zodanig benaderen. Ga het gesprek aan. Motiveer ze. Dat deed Maurice als speler al.
Als nauwe verwanten kennen ze elkaars valkuilen. Winny en Maurice zijn mensenmensen. „Hij heeft een goed karakter”, stelt Winny. „Maurice wil mensen begrijpen en dat is een kracht. Aan de andere kant vertrouwt hij mensen misschien wel eens teveel. Als hem iets wordt beloofd, gaat Maurice ervanuit dat die belofte wordt nagekomen. Hij gaat er niet achteraan. Daar ben ik wel anders in.” Maurice verwachtte dat Winny emotie als valkuil zou noemen. „Ik kan weleens doorslaan en dan raak ik het overzicht kwijt.”
Dan komt de voetballer in Maurice weer naar boven, verklaart hij. „De absolute winnaar, ten koste van alles. Daar kan ik dan best ver in gaan ja. Het gebeurt nog wel eens. Maar als coach moet je niet te vaak boos worden. Daardoor raak je de spelers kwijt, want dan denken ze: heb je hem weer, en word je niet meer serieus genomen. Spelers zijn slim genoeg om te weten wanneer je serieus boos bent en wanneer niet. Het gebeurt mij alleen nog als er een grens wordt overschreden. Ik benader spelers vanuit het menselijk perspectief. Ik blijf dicht bij mezelf, dan komt het
verhaal dat ik vertel ook beter en meer geloofwaardig over.”
Maurice Verberne: ‘Ik heb altijd een stip op horizon waar ik naartoe wil’
Doel
Het binden van mensen, en dus het smeden van een team, is zijn grootste kracht, oordeelt Winny. Maurice herkent die eigenschap: „Ik denk dat het een familieding is. Winny creëert een sociale omgeving waarin mensen haar volgen. Dat vind ik knap. Mijn moeder had dat ook. Het is leiderschap op een natuurlijke manier. Zo heeft ze haar bedrijf opgebouwd en georganiseerd, en is ze als vrouw actief in een mannenwereld. Zij is ook, net als ik, goed van vertrouwen. Je wil niet teleurgesteld worden. Soms gebeurdat toch, maar zij komt er altijsterker uit. Ik denk inmiddelmeer over dingen na. Ik ben ook wat ouder en wijzer geworden. Ik heb veel geleerd, vooral ook van Winny en de menselijke manier waarop zij haar bedrijf leidt.”
De vraag is hoe doelgericht Maurice is. „Ik heb altijd een stip op horizon waar ik naartoe wil”, reageert hij „Je moet altijd een doel hebben”, zegt Winny, „ook al is het hoog gegrepen. Mijn doel is om met het bedrijf én de mensen stappen in de goede richting te zetten. Het gaat mij niet primair om de omzet. Als we als bedrijf doorontwikkelen, volgen de resultaten en dus ook de omzet vanzelf. Ik wil mensen binden en een perspectief bieden voor de toekomst. Ik heb geen directe opvolger. Die zoek ik binnen de jonge mensen die bij ons werkzaam zijn. Als ik in Maurice zijn schoenen zou staan, zou ik altijd voor het linker rijtje gaan.”
Maurice: „Mijn doel als coach is zo lang mogelijk meedoen voor de play-off plekken. Niet dat we die per se moeten halen, maar ik ken de mogelijkheden van de groep en denk te weten hoe we daar
kunnen komen. We zullen elke dag heel hard moeten werken, met beide benen op de grond staan, zorgen dat we fit zijn en een duidelijk plan moeten hebben. Ik ben positief ingesteld. Negativiteit
werkt niet. Ook dat voelen spelers feilloos aan en dan loop je het risico dat de hele dynamiek negatief wordt. Dat geldt ook voor een gebrek aan vertrouwen in de groep. Ook dat kan overslaan op de
spelers. Ik geef duidelijk aan wat ik wil en verwacht. De drijfveer is om het maximale uit de spelers te halen. Dat geldt ook voor je carrière als voetballer. Sportief dan hè. Geld is niet de goede drijfveer.”
Winny Hoffmann: ‘Ik zou wel eens een keer in het bestuur van een voetbalclub willen zitten’
Investeren
Je eigen idealen nastreven is belangrijk, betoogt Winny. „Mijn ding is echt werken in een mannenwereld. Daarom houd ik ook van voetbal, denk ik. Ik heb mijn bedrijf uitgebouwd tot een groep; we hebben net een bedrijf opgericht in Engeland omdat ik daar volop kansen zie. Als je vooruit wil dan moet je blijven investeren in je bedrijf en de mensen die er werken. Als FC Eindhoven vooruit wil, zullen ze dat ook moeten doen, in betere spelers.”
De club heeft onlangs de ambitie kenbaar gemaakt om binnen vijf jaar in de Eredivisie te spelen, ondanks een huidig tekort van een half miljoen euro. Maurice wordt daar niet zenuwachtig van, antwoord hij, integendeel. „Ik vind dat wel fijn. Dan weet je waar we naartoe gaan werken, en dat de mogelijkheden toenemen. Ik denk dat ik druk nodig heb. Als ik die niet krijg, leg ik mezelf druk op. Als je ambitie hebt en ergens naartoe wil werken, dan hoort daar een bepaalde druk bij. Hoe meer druk, hoe prettiger ik me voel. Ik vond het prachtig om in grote, volle stadions te spelen. Daar kreeg ik energie van. Dan heb ik het gevoel dat ik leef.”
Winny haar handen jeuken bij de ambities van FC Eindhoven. „Ik zou wel eens een keer in het bestuur van een voetbalclub willen zitten. Omdat ik dit heel interessant vind en omdat ik denk dat ik als vrouw iets kan toevoegen. Pak het eens anders aan, denk ik wel eens. Ik zit in een directeurennetwerk. Met een vrouw aan tafel lopen vergaderingen al anders. Vrouwen vliegen problemen anders aan. Dat kan heel aanvullend werken. Ik sta daar voor open.” MVV had een vrouwelijke directeur en dat ervoer hij als prettig, vult Maurice aan: „Ik liep daar regelmatig binnen om over zaken te sparren. Ik probeer nu iedereen aan boord te houden en alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. De huidige situatie biedt ook kansen. Laat jezelf zien als voetballer, dat helpt niet alleen de club maar wie weet welke volgende stap je dan nog kunt maken.”