De internationals van FCE Amateurs
Bij de amateurtak van FC Eindhoven vinden voetballers en vrijwilligers uit alle windrichtingen een plekje. Alle vijf de continenten zijn vertegenwoordigd op het sportpark aan de Velddoornweg. Een goede aanleiding om enkele van die leden en hun ouders voor te stellen. „De taal is helemaal geen barrière.”
Tekst: Stan Schrijen | Foto’s: DCI Media
De opsomming waaraan Trinanjan Bhattacharyya begint, is schier eindeloos. Dennis Bergkamp, Marc Overmars en Edgar Davids. Frank Rijkaard, Ronald Koeman en Ruud Gullit. De 45-jarige Indiër is pas vijf jaar in Nederland, maar zijn kennis van het Nederlandse voetbal is die van een veteraan. Dat heeft een reden: in 1991 speelde PSV drie oefenwedstrijden in India, waarvan één in de regio Calcutta, waar hij en zijn vrouw vandaan komen. Daarna bleef hij het Nederlands voetbal volgen. Een hoog gehalte van toeval dus, dat hij met zijn vrouw en zoon uiteindelijk zelf in Eindhoven terecht kwam. In eerste instantie was Engeland het bedoelde eindstation, maar door problemen met hun visa werd het toch Nederland.
Van hockey naar voetbal
Hier in Eindhoven zat zoon Aryan (10), die in India werd geboren, eerst nog op hockey. Nu doet hij fanatiek aan voetbal, vertelt hij na een met 6-1 gewonnen wedstrijd tegen Tongelre. Waarin hij verantwoordelijk was voor één van de zes blauwwitte doelpunten. „Meestal ben ik middenvelder, maar soms sta ik ook links of rechts voorin”, zegt hij. Hij is sinds een half jaar lid van FC Eindhoven AV en kwam op zijn vijfde vanwege het werk van zijn vader naar Nederland. „De stap naar Nederland heeft voor Ayran heel goed uitgepakt”, zegt Trinanjan. „Hij doet nu aan verschillende sporten, naast voetbal ook aan boksen en zwemmen En hij haalt goede resultaten op school en gaat met sprongen vooruit in zijn Nederlands.”
Teammanager
Zijn moeder Indrani Bhattacharya (42) werkt hier in Nederland op de IT-afdeling van een netbeheerder. „Ik ben blij voor Ayran. Hij voelt zich hier goed en hij heeft zoveel tijd om te sporten. In India ligt de focus voor kinderen vrijwel alleen maar op studeren.” En dat heeft ook gevolgen voor zijn ouders. Waar zijn vader naar eigen zeggen optreedt als ‘personal coach’, is zijn moeder teammanager van het team van haar zoon: de JO11-3. „Heel leuk om te doen”, vindt ze. „Het is een nieuw team. Ik hou bij wie er aanwezig zijn op trainingen en bij wedstrijden en heb aan het begin van het seizoen een teamboekje gemaakt. We zijn bij alle wedstrijden aanwezig.”
Dertig nationaliteiten
„In totaal hebben we binnen FC Eindhoven AV zo’n dertig nationaliteiten”, zegt voorzitter Willem van Dullemen. „Dat heeft meerdere redenen en begint misschien al met een hele simpele. Als mensen vanuit het buitenland hier komen wonen en zich bij een voetbalclub aan willen sluiten, zoeken ze in eerste instantie op de naam van de stad. Op die manier komen ze al snel bij ons uit.” Het is niet zo dat de amateurtak van FC Eindhoven er bewust erop insteekt om zoveel mogelijk leden met een internationale achtergrond aan zich te binden. „Helemaal niet”, verzekert Van Dullemen. „Want het is niet zo dat we leden te kort komen of iets dergelijks. Integendeel, want bij de jeugdafdeling is er zelfs sprake van een ledenstop. Dat heeft vooral te maken met een gebrek aan kleedlokalen en velden om op te trainen.”
Integratie
FC Eindhoven AV doet er zoveel mogelijk aan om die internationale leden zich snel thuis te laten voelen bij de club. „Op teamniveau vindt er al een goede integratie plaats. Al moeten we daar als vereniging wellicht nog wat extra stappen in zetten. Om dat verder te structureren”, zegt Van Dullemen. „Zo leeft er bijvoorbeeld het plan om voorafgaand aan het seizoen een aftrapbijeenkomst te houden. En daar in het Engels of in andere talen wat meer te vertellen over het reilen en zeilen bij onze club.” Dat gaat -hoopt hij- ook andersom zijn werking hebben. „Ten faveure van de club”, bedoelt de voorzitter. „In veel andere landen kent men niet het systeem met vrijwilligers die een handje toesteken, zoals wij dat hier in Nederland kennen. Daarin laten we als vereniging misschien nog wel wat ruimte liggen. Dat zou namelijk ook voor bijvoorbeeld ouders goed voor hun integratie kunnen zijn.”
Infrastructuur
Daarvan is Roberto Caramaschi (41) al een uitstekend voorbeeld. Hij is coach van het MO13-team van FC Eindhoven AV, waar zijn dochter Caterina (11) in speelt. En de Braziliaan is ook assistent bij het team van zoon Vicenzo (6). Vader en zoon komen net terug van een wedstrijd met de JO8-1 tegen SV Valkenswaard, die in 7-7 eindigde maar waarvan de penaltyserie wel winnend werd afgesloten. De geboren Braziliaan woont sinds zestien jaar in Nederland. Voorheen werkte hij voor een Braziliaans bedrijf in de voedingsindustrie. Voor een project in Nederland kwam hij naar hier en diende de mogelijkheid zich aan om te blijven. In zijn thuisland voetbalde Caramaschi in schoolverband. „We maakten gebruik van de faciliteiten van een voetbalclub in de buurt. De infrastructuur van verenigingen en vrijwilligers in de Braziliaanse voetbalwereld is uiteraard heel anders dan in Nederland. Toch voetbalt ieder kind in Brazilië. Goede infrastructuur of niet. Iedereen voetbalt op straat, zowel jongens als meisjes. Vrienden onder elkaar die weinig nodig hebben om toch samen te spelen.”
De infrastructuur van verenigingen en vrijwilligers in de Braziliaanse voetbalwereld is heel anders dan in Nederland
Van Vinicius jr. tot Ramalho
Vicenzo begon in Nederland met Voetjebal. „Maar hij had al snel meer uitdaging nodig”, zegt zijn vader. „Na een proefles bij FC Eindhoven wilde hij hier blijven voetballen.” „Hier kan ik tegen veel meer andere kinderen partijtje spelen”, is de uitleg van de zesjarige doelman. „En het is ook leuk om aan andere activiteiten mee te doen. Zoals toen Sinterklaas hier bij de club op bezoek kwam.” Hoewel Vicenzo hier in Nederland geboren werd, is hij toch goed op de hoogte van de voetbalsterren uit het land van zijn vader. „Neymar en Vinicius junior. Ik wil later zelf ook bij Real Madrid spelen.” Hij was ook al op bezoek in het stadion van de profs van FC Eindhoven. „Om naar de wedstrijd tegen Helmond Sport te kijken”, weet Vicenzo nog. „En ik ben ook bij de training van PSV geweest. Toen heb ik een handtekening van Ramalho gekregen.”
Taal
Voor Roberto – fanatiek fan van de Braziliaanse club Corinthians – is het zijn tweede seizoen als coach van zijn dochter. „Je ziet de progressie. Al praten ze soms ook meer dan ze voetballen. Vanaf het begin heb ik bij het team aangegeven dat mijn Nederlands niet zo goed is. Maar dat gaat prima. Ze willen ook Engels met mij spreken en vragen om de betekenis van bepaalde woorden. De taal is helemaal geen barrière.”