Pennenbakje
In mijn studeerkamer staat rechts op het bureau een pennenbakje. Een goede vriend van me gooit alles uit zo’n bakje wat het niet doet meteen achteloos over zijn schouder. Wanneer hij opstaat, raapt hij het op en gooit het weg. Het heeft iets met loslaten te maken. Mijn vriend is dol op zelfhulpboeken en dito cursussen. Hij begint zijn zinnen regelmatig met: ”Weet je wat jij eens zou moeten doen?”
Maar, hoe komt die pennenbak hier eigenlijk? Was het een inspirerend verjaardagsgeschenk van mijn vrouw? Ben ik ooit een winkel ingestapt met het voornemen er een te kopen? Stond er een in de aanbieding en kon ik de verleiding niet weerstaan? Tien cent op een rommelmarkt? Geen idee, maar hij staat er wel.
Fier prijkt mijn hard plastieken vriend al jarenlang op dezelfde plek geflankeerd door de computer en de printer. Kennelijk hecht ik veel waarde aan dit voorwerp want hij staat dagelijks te shinen in mijn blikveld. Ik kan hem dan ook blindelings omschrijven. Tijd voor de test: ogen dicht. Doorzichtig… Eh… Een flink aantal compartimenten. Hoeveel eigenlijk? Eh… Vijf? Ogen open. Er zijn maar liefst negen opbergvakken! Wow… Doorzichtig had ik in ieder geval goed.
Wat een weelde aan functionaliteit op zo’n klein oppervlak. De vakjes hebben zelfs verschillende vormen! De uitvinder van deze bureau-organizer, want zo heten pennenbakjes tegenwoordig, heeft werkelijk overal aan gedacht. Ik zie bijvoorbeeld een halvemaanvormig compartiment waar ik lang geleden met glans een kleine bananenschil in heb weten te persen. Het zwarte fruitomhulsel lijkt me inmiddels wel bereid om weggegooid te worden. Hoe had ik destijds deze logistieke kwestie zonder het bakje op kunnen lossen?
Mijn bureau organizer is duidelijk meer dan een ordinaire bewaarplek voor schrijfgerei. Het organiseert meteen m’n hele werkplek. Eens kijken wat ik allemaal nog meer aantref. Een memo post-it met een onbekend adres, een afgekloven potlood, vijf stiften die het niet doen en drie vullingen van een pen die ik kwijt ben. Een aansteker voor als ik ooit besluit te gaan roken, veertien doppen van verdwenen balpennen, een lege batterij, een stukje houtskool en een vastgeklemde schaar.
Het pronkstuk van mijn minicollectie is een kledingspeld van een tweedehandswinkel met een emaillen varkentje erop. Daar lag het dus! Wat fijn dat al deze nostalgische spullen bewaard blijven en ook nog binnen handbereik.
Wanneer ik alle museumstukken, met uitzondering van de bananenschil, weer teruggeplaatst heb, kijk ik met tevredenheid naar het resultaat. Rust, reinheid en overzicht maken zich weer meester van mijn bureau en ik heb vrijwel niets weg hoeven te gooien. Wie wat bewaart heeft wat. Mijn vriend zou zijn wegwerpmanie juist los moeten laten en zich eens verdiepen in de ordenologie van de pennenbak.