EINDHOVENAAR KUN JE WORDEN
Guy Kerpen, geboren in Noord-Limburg
Alleen voor carnaval verruilt Guy Kerpen (66) Eindhoven nog voor Venlo, waar hij geboren en getogen is. Na zijn studie aan de Technische Hogeschool Eindhoven bouwde hij een carrière op bij Philips. De Limburger was in Eindhoven sociaal én politiek actief. De laatste 25 jaar was hij professioneel lobbyïst voor Philips in Den Haag en Brussel. Guy geldt in Nederland zo’n beetje als de nestor van de lobby. „Elke deur gaat open voor ons. Niet omdat ik zo’n aardige kerel ben maar omdat Philips een gerespecteerd Nederlands bedrijf is.”
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: René Manders/DCI MEDIA
Hoewel Philips sinds lange tijd is vertegenwoordigd in bestuurlijk Den Haag was Guy de man die lange tijd full-time aanwezig was. Hij bemande vanaf de millenniumwisseling het directiebureau van Philips in de Hofstad en was daarnaast ook nog eens acht jaar actief in Brussel. Het bedrijf was een factor van betekenis en met de vorming van Brainport won de regio aan gewicht bij de ministeries. „Je moet niet de illusie hebben dat je als persoon, of als bedrijf, wel even het verschil maakt. Vergeet het maar. Je hebt massa nodig. Nou, die hebben we met Brainport gekregen. Dán heb je echt een stem, zo is ook gebleken. Als Philips hebben we daar een belangrijke bijdrage aan geleverd.”
Als oudste in een gezin van vier jongens groeide Guy op in Venlo. Hij doorliep de middelbare school bij de paters Augustijnen. Hij was een totale bêta-jongen, omschrijft hij zichzelf. „Ik was hartstikke goed in wis- en natuurkunde.” Zijn vader was notaris. En toen hij Tegelen als standplaats kreeg, verhuisde de familie daar naartoe. In Guy’s eindexamenjaar overleed echter zijn vader. Dat bepaalde mede dat hij in 1977 elektrotechniek ging studeren aan de Technische Hogeschool Eindhoven. De jonge Guy twijfelde hevig over Delft maar wilde graag in de buurt van zijn moeder en jongere broers blijven.
Guy had toen nog geen idee van wat hij later wilde worden. „Ik wilde iets doen met techniek. Ik was begeesterd geraakt door de eerste maanlanding, in 1969. Ik koos voor elektrotechniek omdat die richting erg breed was: hoogspanning, telecommunicatie, medische technologie zaten erin. Ik was geen knutselaar. De studie duurde vijf jaar. Ik heb er uiteindelijk 10,5 jaar over gedaan. Ik studeerde in 1988 af. Ik zeg wel eens dat mijn studie mijn hobby was. Ik deed er erg veel naast. Ik was twee jaar president van de studievereniging Thor. Ik zat in de Hogeschoolraad, en was daarbinnen de lijsttrekker van een studentengroepering. Ik zat in allerlei commissies. Ik was superactief.”
De introductie van de CD was succesvol. We keken ook naar de CD-Rom, de CD Rewritable’
Daarnaast was Guy lid van de JOVD, de jongerenafdeling van de VVD. Zo raakte hij betrokken bij de lokale politiek in Eindhoven. „Ik was al lid op de middelbare school. Ik kwam hier in de VVD en werd vice-voorzitter onder Jan-Carel Schut. Ik was voorzitter van kamercentrale Den Bosch. Door deze alle andere nevenactiviteiten liep mijn studie behoorlijk wat vertraging op. In studeerde af in de informatie- en communicatietheorie. Dat heb ik gedaan op het NatLab. Dat was uitermate boeiend maar ik wist dat ik dit niet lang wilde doen.”
Ondertussen had Guy voor zichzelf bepaald dat hij een mensenmens was, en dus met mensen wilde werken. Het gevolg van alle sociale activiteiten op de universiteit, verklaart hij. Philips organiseerde in die tijd business workshops voor studenten. „Dan werd je overal rondgeleid en lieten ze je alles zien. Ik vond dat reuze boeiend. Er was veel aandacht voor productmanagement. Dat bleek mijn ding te zijn: midden tussen ontwikkeling, industrie, marketing en sales, en contact met heel veel collega’s. En zo kwam ik bij Philips terecht. Ik kreeg een brief. Ik heb nooit gesolliciteerd.”
En hij zou zijn hele werkzame leven bij Philips blijven. Guy kon kiezen uit Philips Lighting of Consumer Electronics. Het werd de laatste. „De HR-functionaris noemde dit het verschil tussen dobberen en varen over de woelige baren.” Omdat hij geen industriële ervaring had, werd hij vier jaar in de Pilot Factory op Strijp-S ‘gestopt’. „Dat was een proeffabriek. Het was een fantastische leerschool. Op de fabrieksvloer komt alles samen. Van ontwerp tot product. En alles wat daarbij hoort, het productieproces, de kwaliteit, de inkoop, de logistiek. Ik doorliep alle disciplines. Deed daarna drie jaar projectmanagement.”
Waarna hij terecht kwam bij DCC, de digitale variant van de analoge compact cassette. Hij werd productmanager voor de test en training equipment. Philips poogde de DCC wereldwijd als standaard te introduceren. „Dat is uiteindelijk geen succes geworden.” Hij nam vervolgens een periode deel aan een team van McKinsey dat de toekomst van de CD en DCC onderzocht. „De introductie van de CD was succesvol. We keken ook naar de CD-Rom, de CD Rewritable. Op basis van dat onderzoek is besloten om door te gaan met de CD en te stoppen met DCC. Ik zou bijna willen zeggen: vanzelfsprekend!”
Onderwijl bleef Guy politiek actief. Hij had wel ambitie om lid te worden van de gemeenteraad of Provinciale Staten maar Philips stond niet toe dat hij de werktijd benutte voor bestuurlijke aspiraties. Wat hij in zijn vrije tijd deed, moest Guy zelf weten. Nou, hij werd voorzitter van de Stichting Studentenhuisvesting die hij verzelfstandigde tot woningcorporatie Vestide, die hij later fuseerde met de (Philips-)corporatie Hertog Hendrik van Lotharingen. Daar werd Guy commissaris. Om zijn horizon te verbreden ging hij bedrijfskunde studeren. „Allemaal in mijn eigen tijd. Ik haalde mijn master in 2007.”
Binnen Consumer Electronics kwam hij na de DCC-periode terecht bij business planning en strategie. De groep waarvan hij deel uitmaakte werd onderdeel van de divisie Components. Die bestond op een gegeven moment uit wel twintig business units. Guy kwam in managementteam maar het was de tijd dat Philips focus aanbracht in zijn activiteiten. Dat betekende dat van de groep diverse bedrijfsonderdelen stopten. Daar raakte hij bij betrokken. „Ik ben met vanalles bezig geweest, van management buy-out tot de verkoop aan andere bedrijven. Je kon het zo gek niet bedenken. Elke mogelijkheid om met een activiteit te stoppen werd onderzocht. Uiteindelijk werd de hele groep opgeheven en daar stond ik dan…”
Er is een misalignement tussen hoe een bedrijf werkt en hoe de overheid functioneert. Elk werkt vanuit zijn eigen perceptie’
De verantwoordelijke voor Corporate Strategy zag wel wat in Guy zijn ervaring als portfoliomanager. Bij Components was hij ook Corporate Alliance Manager voor 3M geworden. In die tijd vond Philips dat er allianties met andere grote bedrijven moesten worden aangegaan, vertelt hij. Daar was op corporate-niveau nog geen echte structuur voor, en Guy werd gevraagd om Corporate Alliances op te zetten. Totdat hij werd gebeld met de mededeling dat het directiebureau in Den Haag een mooie, nieuwe uitdaging was. Hier kon Guy al zijn sociale-, politieke-, industriële- en bedrijfskennis en ervaring combineren in één functie ten gunste van zijn werkgever. De secretaris van de directie Philips Electronics Nederland was bij hem uitgekomen na een interview in NRC onder de kop ‘Manager in de politiek’.
En zo werd hij fulltime belangenbehartiger op het gebied van overheidsrelaties. De toenmalige Philips-top hechtte groot belang aan de vooruitgeschoven positie binnen de landelijke politiek. Hij ontving bewindspersonen en topambtenaren in een statig pand waarin ook de NOS was gevestigd. In de kelder konden zij in de zogenoemde diplomatenshop Philips-producten kopen. Zo overbrugde hij jarenlang de kloof tussen het bedrijf en de politiek. „Er is een misalignement tussen het bedrijfsleven en de overheid cq politiek. Van ekaar begrijpen ze vaak niet hoe de ander functioneert. Elk werkt vanuit zijn eigen perceptie. Die probeer je zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten. En dan kan het overal over gaan: wet- en regelgeving, digitalisering, innovatiebeleid. Dat was enorm belangrijk voor ons. Het belang van de regio. Brainport.”
Het grootste gedeelte van zijn loopbaan was Guy actief in overheidsrelaties. Deze jas zat hem als gegoten. Maar werd hij ondertussen ook Eindhovenaar? „Ik ben me hier enorm thuis gaan voelen”, antwoordt hij. „Eindhoven is een levende, bruisende stad geworden. Dat was toen ik hier kwam 48 jaar geleden nog anders. Maar ik kende de stad niet. Als je ziet hoe Eindhoven zich heeft ontwikkeld, de internationalisering. Met goede culturele voorzieningen. Ik vind het geweldig hier. De stedelijke ontwikkeling. Soms zou je willen dat het allemaal nog sneller gaat. Ik ben ook voorzitter geweest van het Storioni Festival. Ben voorzitter van het comité van aanbeveling van het Philips Symfonie Orkest. Politiek ben ik allang niet meer actief. Vanwege het gevaar van belangenverstrengeling. Ik woon en leef hier met plezier. Limburg zit natuurlijk wel in mijn bloed. Voor carnaval ga ik nog steeds naar Venlo. Tja, het is maar hoe je Eindhovenaar definieert.”



