Laatst zag ik hoe de zon via een glas van mozaïekjes gouden bolletjes maakte op mijn tafel. Mooi vond ik het. Sprookjesachtig mooi. Mooi op een manier waar je bijna niet voor uit durft te komen in bepaalde kringen, want grenzend aan kitsch. Onder de kenners moet kunst toch ook altijd iets corrects en iets intellectueels hebben en moet je je niet al te veel laten meeslepen door emotie en gemakkelijke effecten.
De stap van kunst naar kitsch is niet zo groot. Één overdadig gedecoreerde vaas bijvoorbeeld kan mooi zijn, zet je er nepbloemen in en drie porseleinen danseresjes naast, dan slaat het ding om naar kitsch. Wie maakt uit wat kunst is of kitsch? Dat blijft een lastige, want het zijn geen objectieve begrippen. Ik meen van mezelf dat ik dat onderscheid kan maken, maar mijn buurvrouw met de vaas zal daar waarschijnlijk anders over denken.
Als klassiek geschoolde muziekjournalist ben ik van oorsprong een purist. Er is binnen de klassieke muziek immers zoveel moois te beleven dat het niet nódig is om er allerlei verlokkende buitenmuzikale effecten bij te halen. Maar tijden veranderen, zo ook de mode, de smaak en de mogelijkheden. En als je niet meebeweegt zet je jezelf buiten spel. Dus maakte ik maar eens kennis met de Candlelight Concerten, een wereldwijd succesvol uitgerold commercieel concept met als doel live muziek – van welke aard en herkomst dan ook, inclusief klassiek – ‘in een totaal nieuw licht te zetten’. Voornaamste middel om dat doel te bereiken zijn honderden, soms duizenden LED-lampjes die de zalen en kerken – in dit geval Muziekgebouw Eindhoven – sprookjesachtig verlichten. Kitsch dus, in mijn beleving, goedkope romantiek die de aandacht afleidt van de muziek. Strijkkwartet ‘The Magic Strings’ speelde bewerkingen van Queen-songs voor een volle zaal die zich argeloos liet verleiden door het toverwoord ‘sfeer’. Het dak ging er af.
En ik? Ik ging óm. De Efteling-achtige kitsch vierde hoogtij, maar waar ik niet op had gerekend was de ontroerende gretigheid waarmee het publiek de hele ‘show’ tot zich nam. Waar het Muziekgebouw de eminente strijkkwartettenserie bij lange na niet vol krijgt, trekken deze ‘experiences’ volle zalen. Ik leverde me maar over en neuriede mee met Bohemian Rhapsody, dat, het moet gezegd, al jaren terecht de status heeft van klassieker.
Ach, er is niet zoveel veranderd, Beethoven moest het driehonderd jaar geleden ook met kaarsjes doen.