In een 21 jaar oude Mitsubishi naar Parijs
Zondag 19 mei 2024, EK kanoslalom in Slovenië. Helmonder Joris Otten (26) schreeuwt het uit, en hij laat zijn tranen de vrije loop. Hij valt vervolgens zijn ouders Arnold en Arwen in de armen. Jaren van keihard werken, geldzorgen en andere stress komen op dat moment aan de oppervlakte. Ondanks veel tegenslag is Ottens droom werkelijkheid geworden: hij heeft zich in Ljubljana definitief gekwailificeerd voor de Olympische Spelen van Parijs.
Tekst: Frank Vonken | Foto’s: Nathaniel Francis
Zaterdag 4 januari 2020, Frankrijk. Joris komt vanuit Helmond aan in zijn nieuwe woonplaats. Hij neemt in Pau het appartement over van zijn zus Maartje, die naar Praag verhuist om daar
verder te gaan als kanoslalomster. Joris traint ‘s winters vijftien keer per week op de wildwaterbaan in Pau. Hij zet alles op alles; hij wil naar de Olympische Spelen. Maar Otten beseft dat het moeilijk wordt. Kanoslalom is een piepkleine sport in Nederland. Sponsors staan doorgaans niet in de rij voor een kanoër. Hij leeft van een studielening, en zijn ouders springen regelmatig bij. „Ik heb de studie journalistiek in februari vorig jaar afgesloten”, zegt Joris telefonisch vanuit Augsburg, waar hij regelmatig vaart en verblijft. „De studie begon in 2017 op school in Nederland. Toen Covid uitbrak, woonde ik al in Pau. En ik ben daar online verdergegaan met studeren.”
Kanoslalom vindt voornamelijk in de zomer plaats. Joris trekt in deze periode door Europa, van wedstrijd naar wedstrijd. Hij doet dat in zijn Mitsubishi Colt uit 2003. „Jarenlang met een tweedehands kano op het dak”, zegt ie. „De auto is taai, hij rijdt nog. Maar je weet dat ie elk moment de geest kan geven. Hij is ook niet zo comfortabel. Dat hoeft ook niet, maar als topsporter wil je zonder sores je sport kunnen beoefenen.”
Wedstrijden worden gehouden op wildwater. Techniek en waterkracht komen daar bij elkaar om de snelste weg van het parcours naar beneden te vinden. Daarbij dien je zo weinig mogelijk fouten te maken. De route is voorzien van kunstmatige obstakels, zoals hangende poortjes. De grote wedstrijden in de C1 (eenpersoonskano, bevaren met enkelbladige peddel) beginnen met twee manches, waarvan de beste manche telt. De snelste twintig kanoërs gaan door naar de halve finale, waarna tien daarvan zich plaatsen voor de finale. Joris behoort niet tot de wereldtop.
Het nationale team wordt verzorgd, ik moet zelf alles doen
Sterker, tot in 2021 had hij nooit een halve finale van een wereldbekerwedstrijd, EK of WK bereikt. „Toch zat er iets in me”, zegt hij. „En ik voelde dat er meer mogelijk was. Maar als eenling heb je zelf af te rekenen met randzaken. De leden van het nationale team hoeven alleen maar te varen. Er wordt hun als het ware geleerd niet na te denken. Dat is anders in mijn situatie. Je vraagt je constant dingen af. Heb ik genoeg geld om volgende week naar een wedstrijd te gaan? Zo ja, waar slaap ik dan?”
Vrijdag 24 september, WK 2021 in Slowakije. Joris gaat zonder hoge verwachtingen naar de mondiale titelstrijd in Bratislava. Het is de laatste wedstrijd van het seizoen, maar hij heeft de balans over 2021 al opgemaakt. „Het was goed zo”, zegt hij. „Ik ben tevreden, omdat ik tijdens het seizoen vooruitgang hebt geboekt. Maar er gebeurde iets aparts in Bratislava. Er schoot in een manche een klittenband los. Je hebt daardoor minder steun in de boot. Shit, dacht ik, dadelijk sla je om. Na de finish bleek, dat ik me had geplaatst voor de halve finale. En dat ook nog eens op een WK. Het bevestigde mijn gevoel dat er meer in zat. Je vliegt nog steeds tegen muren op. Er bestaat in de kanowereld nauwelijks geloof in jou, dat vóel je. Ik heb één keer gepraat met de prestatiemanager van NOC*NSF. Maar ik kreeg geen moment het idee dat ie me serieus nam. Misschien zelfs, zagen ze bij NOC*NSF liever dat ik me niet zou kwalificeren voor Parijs. Het nationale team wordt verzorgd, ik moet zelf alles doen. Reizen, verblijf regelen en daarvoor dokken, inschrijfgeld betalen, een trainer inhuren. Desondanks plaats ik me voor de Spelen. Dat kan hier en daar verkeerd vallen.”
Vrijdag 30 juli 2022, WK in Duitsland. Joris gaat in zijn tweede manche snel door het Eiskanal van Augsburg. Hij lijkt zich te kwalificeren voor de halve finale. Deze bereiken, betekent in de kanowereld een echt resultaat. „Wanneer je je op het WK in de top acht vaart, verleent NOC*NSF jou de A-status. Als ik deze manche perfect afsluit, dacht ik, en het daarna goed doe in de halve finale, kan dat een behoorlijk deel van mijn geldzorgen wegnemen. Effe later sla ik om. Je moet in een wedstrijd niet nadenken, maar varen. Ik realiseerde me, dat ik mentale ondersteuning nodig had. Dat kaartte ik aan bij de bond. Er kwam geen deugdelijke reactie terug. Ik heb vorig jaar na het seizoen mijn resultaten geanalyseerd en in kaart gebracht. Bleek dat ik over alle manches in tijd gemiddeld zeven procent achter de snelste kanoër eindigde. In mijn beste halve finale van vier bereikte halve finales, bedroeg het verschil liefst vijftien procent. Dat zegt iets over spanning. Een bepaalde spanning hoort bij topsport. Maar bij mij was het verschil in procenten wel erg groot. Even later ben ik met een sportpsycholoog aan het werk gegaan.”
Hij hield meer goeds over aan het WK 2022. „Zoals gewoonlijk had ik een goedkope Airbnb geboekt”, aldus Joris. „Maar deze in Augsburg bleek de hel op aarde te zijn. Zes slaapkamers met een gezamenlijke keuken. In de keuken zaten wat Moldaviërs met ontbloot bovenlijf dag en nacht te roken. Ik gun iedereen zijn verzetje, maar dit was smerig. Ik ben rond gaan vragen. Via via kwam ik terecht bij Sabine en Ottmar, sportieve lui met een groot huis. Ze vonden het leuk om mij te helpen. Het Eiskanal en kanoën zijn begrippen in Augsburg. En elke keer dat hier een wedstrijd wordt gevaren, mag ik logeren bij Sabine en Ottmar. Ze zorgen dan voor mij. Ik ben deze mensen heel dankbaar.”
Ik ben blij dat ik mijn sponsors nu iets terug heb kunnen geven middels de olympische kwalificatie
Woensdag 26 april 2023, Nederland. Louis Goudstikker besluit in zee te gaan met Otten. De CEO van Canpack uit Helmond is onder de indruk geraakt van het verhaal van de kanoslalommer. „Het verlicht mijn financiële zorgen voor een groot deel”, verklaart Joris, die even eerder dankzij het Helmonds bedrijf Gielissen een spiksplinternieuwe kano kon aanschaffen. „En ik ben blij dat ik mijn sponsors nu iets terug heb kunnen geven middels de olympische kwalificatie. Maar ik zit door de studielening nog wel met een schuld van 70.000 euro.”
Joris had al voor het EK in Slovenië voldaan aan de internationale olympische eisen. Dat gebeurde vorig jaar tijdens de European Games in Polen. Op het EK moest hij als extra eis van NOC*NSF bij de eerste twaalf landen eindigen. Dat lukte hem, niemand kon nog om de kanoër heen.
Er doen in Parijs in de C1 achttien kanoërs uit evenzoveel landen mee. Op een WK heb je gauw zeventig deelnemers, want aan de grote toernooien mogen landen met meerdere kanoërs meedoen. Door het gereduceerd aantal olympische deelnemers, stijgen Joris’ kansen op een goede klassering. „Stel dat alles meezit in Parijs”, zegt hij, „en dat je achtste wordt. Dat is ook voldoende om de A-status te verkrijgen. Zou geweldig zijn. Ik train mezelf, een enkele keer huur ik een trainer in. Maar dat kost een paar centen. Als je de A-status hebt, kun je sowieso vaker een trainer inhuren. Man, ik stond jaren onder hoogspanning. Je hebt een olympische droom, maar je kunt de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Dat werkt frustrerend, maar na elke tegenslag richt je jezelf op. Waardoor dat komt? Door de liefde voor de kanosport. De droom is werkelijkheid geworden, en ik heb ‘m helemaal zélf verwezenlijkt. Ik ga vooral genieten van de Spelen. Begrijp me goed, ik doe in Parijs mijn stinkende best. Maar ik wil over tien jaar niet terugkijken, zo van: Hoe was het nou eigenlijk in Parijs? Een olympische medaille? Daarvoor ben ik nog niet goed genoeg. Die medaille moeten ze maar bewaren tot Los Angeles 2028.”