Eindhovens succes in de strijd tegen endeldarmkanker
Onlangs kwamen in het Catharina Ziekenhuis medisch specialisten samen om de vorderingen te bespreken op het gebied van het bestrijden van endeldarmkanker. Er viel veel te melden. Er is steeds meer medische kennis over succesvolle bestrijding. Ook de techniek staat niet stil. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het innovatieve papillon-apparaat en uit AI-onderzoek. Het grote winstpunt? Een darmoperatie is lang niet meer altijd nodig, en genezen patiënten zijn veel minder vaak aan een stoma gebonden. Er komt ook steeds meer ruimte om na te denken over kwaliteit van leven ná de behandeling.
Tekst: Ronald Frencken | Foto’s: Jarno Verhoef
Het Catharina Ziekenhuis is landelijk expertisecentrum op het gebied van het onderzoeken, diagnosticeren en behandelen van darmkanker, een van de meest voorkomende kankersoorten. Vanuit heel Nederland worden patiënten door hun verwijzers naar Eindhoven doorverwezen, en elk jaar worden hier 250 patienten behandeld. Genoeg reden voor specialisten om afgelopen mei een symposium te organiseren ten behoeve van verwijzers en andere betrokkenen uit het land, waarmee zij samenwerken, zoals MDL-artsen (maag-, darm-, leverziekten), huisartsen, bedrijfsartsen, chirurgen, verpleegkundig specialisten en chirurgen in opleiding.
Zo konden deze verwijzers zelf eens ervaren wat er gebeurt met ‘hun’ patiënten die zij voor behandeling hebben doorverwezen. Er vonden lezingen plaats en vanuit de congreszaal konden de gasten op afstand een endeldarmoperatie met robotachtige technologie en een verwijdering van een darmtumor via de binnenkant van de darm bijwonen. Die werden op dat moment in de ok’s van het ziekenhuis uitgevoerd.
Tweejaarlijks bevolkingsonderzoek
Op de diagnose darmkanker zit je niet te wachten. Het idee om na een endeldarmoperatie voor de rest van je leven een stoma te hebben, schrikt af. Maar dat beeld is allang niet meer de realiteit, weten de specialisten van het Catharina Ziekenhuis. Zoals MDL (maag-darm-lever) specialist Ramon-Michel Schreuder. Die ontvangt in zijn spreekkamer met regelmaat patiënten, bijvoorbeeld na buikpijnklachten of een positieve uitslag na het tweejaarlijkse bevolkingsonderzoek.
Kunstmatige intelligentie helpt ons om ziekten nog sneller en adequater te herkennen
„Dat toont dan aan dat er ‘iets’ in de dikke darm zit dat daar niet hoort. Dat kunnen bijvoorbeeld poliepen zijn, maar ook een tumor. Dat moet blijken uit het hierop volgende onderzoek. Als je er vroeg bij bent, kan dat vaak endoscopisch worden verwijderd. We gaan dan met een dun slangetje met instrumenten via de anus naar binnen om de tumor weg te halen. Dat is minder ingrijpend dan je misschien denkt. Na zo’n endoscopische behandeling kan de patiënt vaak na enkele uren al naar huis.” Behalve darmkanker behandelt Ramon-Michel ook patiënten met andere chronische darmziekten. Veel onderzoek voert het Catharina Ziekenhuis samen uit met de Technische Universiteit Eindhoven. Daarbij speelt AI een steeds belangrijkere rol. „Kunstmatige intelligentie helpt ons om ziekten nog sneller en adequater te herkennen.”
Minimaal invasief
Johanne Bloemen is gespecialiseerd in darmchirurgie. Zij was naast Ramon-Michel een van de chirurgen die voor de camera live opereerde. „Wij streven naar behandeltechnieken die toegepast zijn op de zogeheten tumorkarakteristieken van de patiënt en ook op diens wensen. Wij proberen waar mogelijk een stoma te voorkomen en orgaansparende behandelingen toe te passen, maar dat kan niet altijd. Operaties worden minimaal invasief uitgevoerd. Dat betekent dat wij met kleine sneetjes en met een dun buisje op verschillende plekken naar binnen gaan, om daar met behulp van instrumenten de tumor weg te halen. De patiënt heeft met zo’n operatie minder hersteltijd nodig dan bij een operatie waarbij de buik wordt opengemaakt.”
Een kleine camera die tijdens de endoscopie wordt ingebracht, levert uiterst gedetailleerde beelden op. De instrumenten worden aangedreven door robotachtige technologie. Die wordt door de chirurg bestuurd. Deze robot-geassisteerde werkwijze zorgt ervoor dat zij heel precies kunnen werken, met de grootste kans op goed resultaat. „Daarnaast kunnen we bestralen of chemotherapie geven. Soms kan een operatie achterwege worden gelaten omdat de tumor geheel verdwijnt door deze behandeling.”
Papillon
Ook als de tumor in het laatste deel van de dikke darm zit, de endeldarm, kan uitwendige bestraling of chemotherapie uitkomst bieden. Omdat er weinig ruimte is om te opereren en het stukje endeldarm met de tumor weg te nemen, is het vaak lastig om de kringspier te behouden. Voorheen betekende dit dat de patiënt een zekere toekomst met een stoma wachtte, voor velen een schrikbeeld. Gelukkig behoort dit steeds vaker tot het verleden. „Na uitwendige bestraling of chemo blijft er soms nog een restje tumor achter”, zegt Johanne. „Dan komt de papillon van pas.”
De papillon, vernoemd naar de naam van de uitvinder, is een medische innovatie die nog maar op enkele tientallen plekken in de wereld wordt gebruikt. In Nederland is het Catharina Ziekenhuis een van de twee ziekenhuizen die er gebruik van maakt. Het is een bestralingsapparaat voor de inwendige bestraling van niet uitgezaaide tumoren. Het bestaat uit een stalen buis van twee centimeter doorsnee met aan de bovenzijde een röntgenkop. Die wordt gedurende drie behandelingen inwendig tegen het restant van de tumor geplaatst die maximaal twee centimeter in doorsnee mag zijn, waarna een lage dosis röntgenstraling wordt afgegeven. Het buisje wordt via de anus ingebracht. „Met de papillon hebben we weer een nieuwe behandelmanier aan ons arsenaal toegevoegd”, zegt Ramon-Michel. „Het is een prachtig apparaat dat eraan bijdraagt dat meer mensen genezen van endeldarmkanker en kwaliteit van leven houden.”
Verpleegkundig specialist
Bij het behandelen van patiënten met darmkanker is binnen het Catharina Ziekenhuis een multidisciplinair team betrokken. Hierin zitten allerlei specialisten: de MDL-arts, de radioloog, de chirurg, de patholoog, de oncoloog en de verpleegkundig specialist. Samen zorgen zij ervoor dat de patiënt de best mogelijke medische behandeling krijgt die ook echt bij de patiënt en diens toekomst aansluit. Binnen dit team speelt de verpleegkundig specialist een belangrijke coördinerende rol.
Psychosociaal
Niet alleen op medisch, maar ook op psychosociaal gebied is er veel veranderd. Johanne: „Wij willen weten wat de patiënt belangrijk vindt en hoe deze zijn leven wil inrichten. Daar stemmen we de behandeling op af. Daarom hebben we ook nauw contact met het patiëntenpanel binnen het Catharina Ziekenhuis. Zij kennen bij uitstek de wensen van patiënten. We overleggen ook met de huisarts, die de patiënt vaak goed kent. Bij patiënten spelen allerlei factoren mee. Leeftijd bijvoorbeeld. Het scheelt nogal of je dertig of veertig bent, of zeventig. In het eerste geval heb je wellicht nog een kinderwens. Dan kan het verstandig zijn om voorafgaand aan de bestraling of chemo de mogelijkheden van IVF te verkennen, omdat onze behandelingen de onvruchtbaarheidskans vergroten. Wensen en levensdoelen maken we vooraf bespreekbaar. Hier ligt een belangrijke taak voor de verpleegkundig specialist. Die houdt tot vijf jaar na de behandeling contact met de patiënt en helpt deze om na de behandeling de draad weer op te pikken.”
Boeiende uitdaging
Op het gebied van gedeelde besluitvorming met de patiënt zijn er voor de specialisten in het Catharina Ziekenhuis nog mooie kansen om verder te groeien. „De ene endeldarmtumor is de andere niet”, zegt Johanne. „Sommige zijn lelijk, andere minder. Daarop baseren wij de behandeling. Maar uiteindelijk kiest de patiënt. Sommigen zijn daar goed toe in staat, en anderen gaan meer af op ons advies. Hoe dan ook zijn er samen met de patiënt belangrijke vragen te beantwoorden. Wat zijn te verwachten voor- en nadelen van de behandeling? Welke behandeling geef de meeste kans op succes? En wat betekent succes voor die ene patiënt? Die vragen beantwoorden maakt ons vak extra boeiend.”