De SP heeft in de Eindhovense gemeenteraad voorgesteld een villa in de wijk Den Elzent (vraagprijs €4,9 miljoen) aan te kopen en te slopen. Om op de vrijkomende plek dan sociale huurwoningen te laten bouwen. De verkopend makelaar noemde dat in het Eindhovens Dagblad al een ‘absurd idee’ en pure geldverkwisting. Als we de prijs laten zakken naar €4,4 miljoen kom je inclusief sloopkosten uit op een grondprijs van €3.350 per vierkante meter, rekende hij voor: „Dit worden de duurste sociale huurwoningen van Nederland.”
Ik heb even getwijfeld of ik op deze plaats nog terug zou komen op dit inderdaad volslagen belachelijke idee. Is het niet te veel eer voor de SP? Aan de andere kant: ook zij zitten in de gemeenteraad om onze stad vooruit te helpen. Bovendien levert de SP hiermee de perfecte illustratie van het enorme onbegrip over de werking van de woningmarkt. En dat onbegrip leeft veel breder in de politiek en de samenleving. Het gaat uit de gedachte dat veel projectontwikkelaars, bouwbedrijven en investeerders zakken vol geld willen verdienen aan woningbouw, over de ruggen van de gewone mens heen. Dat is een misvatting.
De prijs van een nieuwbouwwoning wordt bepaald door de prijs van de grond, de prijs van de bouwmaterialen, de prijs van arbeid, de prijs van benodigde infrastructuur, maar ook de rente. Er is vaak vertraging door allerlei oorzaken, maar in veel gevallen door langgerekte inspraakprocedures. Ook te duur aangekochte grond en opstallen (zoals in Den Elzent) moeten weer terugverdiend worden.
De ontwikkelaars/bouwers lopen bovendien risico. De kosten kunnen plotseling heel hard toenemen: rente en inflatie doen wat ze willen, zeker in tijden van oorlogen en conflicten. De arbeidsmarkt is krap en de lonen stijgen harder. De overheid stelt aanvullende eisen waaraan een prijskaartje hangt. Daar bovenop zoeken bedrijven en beleggers een eerlijk rendement: om voort te kunnen bestaan en om verder te kunnen investeren.
Door alle regelgeving en lange looptijden is de Nederlandse woningmarkt niet meer zo in trek. Tijdens mijn recente bezoek aan de internationale vastgoedbeurs Expo Real in München is me dat weer duidelijk gebleken. De buitenlandse beleggers – broodnodig om te investeren in bijvoorbeeld de middenhuursector – laten het nog steeds afweten, afgeschrikt door het slechte woningbouwklimaat. Neem bijvoorbeeld de huurregulering van oud-minister De Jonge (Wet betaalbare huur). Ik heb daar al vele malen tegen geageerd, evenals veel andere marktpartijen. We bevinden ons in goed gezelschap, want directeur Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) pleitte onlangs voor het intrekken van de wet die nog maar net in werking is getreden. De wet bereikt het tegendeel van wat ze beoogde: het aanbod aan huurwoningen is fors geslonken en de huurprijzen zijn gestegen. Daarom blijft het zaak ook absurde ideeën te bestrijden.