Het vak van muziekjournalist brengt veel moois met zich mee. Ik kan naar de concerten die er toe doen, ik hoor veel moois, zie de beste musici langskomen, kan ze interviewen en na afloop van een optreden nog een praatje mee maken ook. Toppers als pianiste Maria João Pires en zanger Philippe Jaroussky om er maar een paar te noemen, komen voor mij hun kleedkamer uit. En hoewel ik niet kick op gesprekken met beroemdheden is dat leuk, zeker als lijkt, ik durf wel te zeggen blijkt dat ze dit zelf ook aangenaam vinden.
Radiostilte
Aan een klassiek concert kan ik me laven van pakweg oktober tot en met mei, vier maanden van het jaar sta je als bezoeker van klassieke concerten droog. Waar andere disciplines gewoon doorgaan, stopt klassiek. Alle deuren gaan bij wijze van spreken dicht, zoek het maar uit de komende tijd. Beeldende kunst daarentegen trekt zich niets van seizoenen aan. Het heeft dan vermoedelijk ook alles te maken met het feit dat muziek ín het moment plaatsvindt en je er niet gedurende enige weken of maanden op je gemak kunt langslopen. Voor de muziekcentra zal er een financieel aspect aan de lange pauze ten grondslag liggen en dat begrijp ik wel maar ik heb met die rigoureuze en verplichte pauze jarenlang moeite gehad. Saai, geen livemuziek, minder artistieke prikkels, verlies van inkomen, droogstaan terwijl je dorstig bent. Ook voor de meeste musici is die radiostilte geen genoegen. Vier weken vakantie…, prima maar al die tijd niet kunnen optreden, niet kunnen doen wat je eigenlijk het liefste doet – namelijk dat waar jíj van houdt bij de mensen brengen – en eveneens verlies van inkomen is ook voor hen geen feest.
Festivals
Sinds enige jaren is de oplossing gevonden in festivals. Ze schieten als paddenstoelen uit de grond, elke provincie heeft wel een ‘muziekzomer’. Klassiek in de oude binnenstad, klassiek op de kade, op het water, in het groen, in de polder, bij de boer en tussen de schapen…, alle musici die jaren niet konden spelen, duiken nu op op plekken waar de akoestiek tien tegen één nul is en ze nooit gedacht hadden hun instrument nog eens mee naar binnen te sjouwen. En eerlijk is eerlijk, concertzalen doen de muziek alle recht maar luisteren in de open lucht, in het gras of op een bootje, drankje binnen handbereik, geeft toch net meer gezelligheid en verbondenheid dan deur 1 rij 11 stoel 2 en 4.
Marjolijn Sengers
Muziekjournalist/columnist

