‘Brainsport’: slimme regio, simpele oplossing
Ondernemers in onze regio hebben grote behoefte aan een knappe koppen en gouden handjes. De schoolgaande jeugd in onze regio wordt op allerlei manier gestimuleerd om voor techniekonderwijs te kiezen, maar we weten allemaal dat we daarmee niet aan deze vraag kunnen voldoen. Precies daarom trekt de Brainportregio Eindhoven jaarlijks duizenden kenniswerkers en hun gezinnen van over de hele wereld aan.
Tekst: Team Priema Libre 18 I Foto’s: o.a. Gemeente Eindhoven
Deze nieuwkomers brengen waardevolle expertise met zich mee maar ervaren vaak ook uitdagingen bij het integreren in hun nieuwe woonomgeving. Één van de plekken waar integratie op een laagdrempelige en informele manier kan plaatsvinden, is de sportvereniging om de hoek!
Veel sportverenigingen kampen met een tekort aan vrijwilligers, terwijl de toestroom van nieuwe leden – met name uit internationale hoek – toeneemt. Dit biedt kansen, mits er voldoende aandacht is voor een goede begeleiding. Het lijkt erop dat het mes wel eens aan twee kanten kan snijden. Sport verbindt namelijk, het overstijgt taalbarrières en biedt een gevoel van gemeenschap. Geldt dat ook voor de sportvereniging?
In de praktijk is de aansluiting tussen nieuwkomers en sportverenigingen helaas niet vanzelfsprekend. Cultuurverschillen, taalproblemen en onbekendheid met de Nederlandse verenigingsstructuur zorgen regelmatig voor wederzijdse onbegrip en gemiste kansen. Dit artikel doet vier aanbevelingen om bedrijven, sportverenigingen en gemeenten beter in staat te stellen om hiermee om te gaan.
Verbeter het welkomstproces, leg de focus op het meedoen in de samenleving
Welkom in de Brainportregio betekent niet alleen dat een woning en school voor de kinderen is geregeld, maar ook dat je weet wat het aanbod is aan voorzieningen, zoals sportverenigingen én weet hoe de Nederlandse cultuur is rondom sport en vrijwilligerswerk. Een goed ingericht welkomstproces blijkt nieuwkomers te helpen om zich sneller thuis te voelen. Dat begint bij de werkgever, de gemeente of het expat center en komt uiteindelijk aan op de sportvereniging zelf. Deze kan de drempel verlagen door bestaande leden te koppelen aan nieuwe leden (buddyprojecten), door goodiebags met informatie over lokale sportmogelijkheden aan te bieden en door de sportvereniging te promoten op scholen waar gezinnen kennismaken met de opzet en cultuur van de sportvereniging(en). Iedereen vindt momenteel zelf het wiel uit. Een structurele en terugkerende aanpak is hierbij cruciaal om versnippering en verwatering van initiatieven te voorkomen. Dit vraagt om een coalitie van regionale partijen – zoals de gemeente (met een faciliterende rol), werkgevers, scholen en sportverenigingen – die samen verantwoordelijkheid nemen voor een duurzame en gastvrije ontvangst van nieuwe inwoners. We noemen die nog op te richten coalitie ‘Brainsport’.
„We zijn nu al drie jaar in Nederland maar lid worden van een sportclub voelde als een grote stap. Als iemand uit de buurt ons had uitgenodigd, waren we zeker meegegaan. Maar zomaar ergens binnenstappen, zonder iemand te kennen? Dat voelt onwennig.”
– ML (Zuid-Afrika)
Overbrug cultuurverschillen tussen nieuwkomers en sportverenigingen Veel internationale kenniswerkers en hun gezinnen hebben een ander beeld van wat een sportvereniging inhoudt. In sommige landen draait sport om prestatie en competitie, terwijl in Nederland het verenigingsleven sterk leunt op vrijwillige inzet en gemeenschapsgevoel. Dit kan leiden tot verwarring of zelfs terughoudendheid om zich aan te sluiten. Daar komt bij dat praktische zaken als volle agenda’s, taalbarrières en andere opvoedkundige normen de deelname kunnen belemmeren.
„We zijn lid van een volleybalclub en er zijn wel vrijwilligerstaken, maar het zijn hele eenvoudige dingen. Bijvoorbeeld vervoer regelen of helpen op de wedstrijddag. Dat maakt het heel toegankelijk.”
– AK (Turkije)
Door beter inzicht te krijgen in zowel de behoeften van deze nieuwkomers als die van de sportverenigingen zelf, kunnen verwachtingen op elkaar worden afgestemd. Denk aan duidelijke communicatie over vrijwilligerstaken zoals bardienst of teambegeleiding, of het afstemmen van trainingstijden op het drukke leven van expats cq internationals. Cultuursensitieve communicatie – die is aangepast aan de doelgroep – en begeleiding zijn hierbij essentieel.
„Vrijwilligerswerk voelt soms lastig. Niet alleen omdat we het druk hebben, maar ook door de taalbarrière. Je wilt niet verantwoordelijk zijn voor andere kinderen als je niet zeker weet of je alles begrijpt.”
– AF (Italië)
Maak gericht gebruik van de competenties van ouders en nieuwe leden. In plaats van een algemene oproep voor vrijwilligers, kunnen verenigingen actiever inzetten op het benutten van specifieke vaardigheden van nieuwe leden en hun ouders. Door helder te maken welke taken er zijn en wat daarvoor nodig is, kunnen mensen zich aangesproken voelen op hun expertise, bijvoorbeeld op het gebied van organisatie, communicatie of techniek.
Tegelijkertijd is het belangrijk om oog te hebben voor het verschil in verblijfsintentie. Ouders die kort in Nederland blijven hebben vaak andere motieven en mogelijkheden dan degenen die zich permanent willen vestigen. Flexibiliteit en wederzijds begrip zijn daarom nodig om een werkbaar midden te vinden tussen de behoeften van de vereniging en de beschikbaarheid van internationale leden.
„Mijn man coacht en ik ben teammanager bij de rugbyclub van onze zoon. Het is soms overweldigend, vooral omdat alles in het Nederlands gaat, maar het heeft enorm geholpen bij onze integratie.”
– MW (Zuid-Afrika)
Ondersteun sportverenigingen met verenigingsmanagers
Niet elke vereniging heeft de capaciteit om deze integratie-opgaven zelf te organiseren. De inzet van verenigingsmanagers kan hier een groot verschil maken. Zij kunnen sportverenigingen ondersteunen bij het opzetten van activiteiten, het betrekken van internationale leden en het aansturen van vrijwilligers. Om dit mogelijk te maken, zijn structurele subsidies nodig, afgestemd op de specifieke context van elke vereniging. De sportbehoefte van een cricketclub met veel Zuid-Aziatische leden verschilt immers wezenlijk van die van een lokale voetbalvereniging. Maatwerk is daarom noodzakelijk, zowel in ondersteuning als in communicatie met verschillende doelgroepen binnen de internationale gemeenschap.
„Ik heb gehoord dat je een jaarabonnement moet afsluiten, dat het duur is en je elk weekend vastzit aan wedstrijden. Misschien zijn dat misverstanden, maar het houdt ons wel tegen om lid te worden.”
– ML (Zuid-Afrika)
De integratie van nieuwkomers en internationale kenniswerkers vraagt om meer dan alleen woonruimte en werk. Juist de sociale infrastructuur – waarin sportverenigingen een sleutelrol kunnen spelen – bepaalt of mensen zich echt thuis gaan voelen. Door proactief in te zetten op een warm welkom, culturele bruggen te slaan, talenten te benutten en verenigingen te ondersteunen met professionele krachten, ontstaat er ruimte voor ontmoeting, begrip en betrokkenheid. Zo wordt de sportvereniging niet alleen een plek om te bewegen, maar vooral een plek om samen te groeien in een diverse en verbonden wijk.
______________________________
Dit artikel is geschreven door Team PRIEMA (Marnic Aarts, Hylke Annema, Bas Hessing en Eric Berns) in het kader van het LIBRE-programma van de Eindhoven Academy. Op basis van interviews met expats, gesprekken met sportverenigingen en literatuuronderzoek formuleerde het team aanbevelingen over de rol van sportverenigingen bij de integratie van nieuwkomers in de Brainportregio. Dit gebeurde in samenwerking met de gemeente Eindhoven.
______________________________
Mocht u meer willen weten van hun onderzoek, neem dan contact met ze op via: priema2025@proton.me