De prijs is het bewijs!
Zeker de (iets) ouderen onder ons zullen zich de reclame-slogan ‘De prijs is het bewijs!’ nog wel herinneren. En die prijs bewees dan dat C&A toch voordeliger was. Deze leus is vandaag de dag ook van toepassing op de woningmarkt, alleen bewijst de prijs nu helaas niet dat je voor weinig geld je slag kunt slaan. Want de prijzen stijgen weer in zodanig hoog tempo dat de markt opnieuw in de richting van oververhitting gaat. RaboResearch verwacht dat al heel snel dit jaar de piek in de prijzen op de woningmarkt van 2022 wordt gepasseerd. In onze regio is dat zelfs al gebeurd. De gemiddelde verkoopprijs kwam het eerste kwartaal op €463.000, een stijging van 10,3 procent in een jaar. En het zal niet lang meer duren of ook het overbieden gaat weer de omvang aannemen van een kleine twee jaar geleden. Toen werd in ruim tachtig procent van alle transacties meer betaald dan de vraagprijs; nu is dat percentage na een korte periode van afkoeling al weer 55 procent. Misschien gaat het hitterecord heel snel weer sneuvelen.
De regio Eindhoven zit met dat prijsniveau ruim boven het landelijk gemiddelde (dat uitkwam op € 432.000, een stijging van 8,4 procent ten opzichte van een jaar geleden).
Nu zijn gemiddeldes natuurlijk een optelsom van uitschieters omhoog en omlaag. Dat Waalre in onze regio de hoogste gemiddelde verkoopprijs heeft (€ 672.000) mag geen verbazing wekken. Het gemiddelde in die gemeente wordt flink opgestuwd door het grote aandeel van kostbare, vrijstaande woningen die voor een gemiddelde prijs van bijna € 1,1 miljoen van de hand gingen. De stad Eindhoven kent een verkoopprijs van € 455.000, weer iets onder het regionaal gemiddelde door een groot aandeel van appartementen die gemiddeld voor € 345.000 werden verkocht. De prijs van een tussenwoning in Eindhoven – ook een grote categorie – ligt nagenoeg op hetzelfde niveau als het gemiddelde van alle verkochte woningen samen: € 455.952. In Helmond ben je ruim een ton goedkoper uit voor een tussenwoning (€ 351.137). Dat is wel een verhoging met bijna twintig procent in een jaar tijd.
Natuurlijk verschillen woningen in omvang, kwaliteit en ligging. Ook dat komt tot uiting in de prijs. Maar de enorme stijgingen over de hele linie wijzen op een fundamentele en structurele mismatch op de woningmarkt. Er is al jaren een schreeuwende behoefte aan woningen, maar een bedroevend laag aanbod. Zo’n marktsituatie leidt op een typische ‘voorraadmarkt’ (de voorraad woningen staat op korte termijn min of meer vast) altijd tot sterke prijsverhoging. De enige manier om daaraan een eind te maken is heel snel veel meer woningen bouwen. De overheid kan daaraan bijdragen door de markt te stimuleren en door te stoppen met pogingen tot verdere regulering en met het stapelen van eisen en voorschriften. De prijzen bewijzen dat dit een heilloze weg is.