Als het niet helemaal oké is
Alles goed?”
„Zeker!”
„Met jou?”
De kans is groot dat een gesprek bij een ontmoeting met een bekende op deze manier zal beginnen.
‘Met mij ook goed’, klinkt dan het geijkte antwoord en daarna vervolgen we ieder onze eigen weg. Geen tijd om even echt bij elkaar stil te staan.
Een aantal weken geleden verliep een begroeting met een vriend echter anders.
Op een stralende dinsdag in augustus kom ik op de Demer mijn oude vriend Frank tegen. We hebben jarenlang in hetzelfde team gespeeld en zijn elkaar de laatste jaren uit het
oog verloren.
„Alles ok?”
„Nee. Eigenlijk niet”, antwoordt Frank abrupt.
„Fijn man”, reageer ik automatisch. Ik bedenk me ineens dat ik niet luister en zomaar antwoord geef.
„Eh… sorry. Ik verstond je niet goed.”
„Geeft niets, kan gebeuren”, reageert Frank.
„Gaat het niet goed?”
„Het is niet helemaal oké met me.”
Ik laat een stilte vallen, omdat ik niet zo goed weet hoe ik moet antwoorden. Ik kan niet zoveel met mensen die om aandacht vragen. Want daar lijkt dit op, eerlijk
gezegd. Daarna gaat m’n mond weer open en hoor ik mezelf ‘ jeetje’ zeggen. Het is duidelijk dat ik mezelf geen houding weet te geven, want ik zeg nooit ‘ jeetje’.
Onwillekeurig glijdt mijn blik omlaag speurend naar nuttige tips op het trottoir. Het barst in de wereld immers van tegelwijsheden. Maar op de stoep van de Demer is nergens advies te bekennen. De wc’s van Eindhoven hangen er vol mee, maar als je op straat bij een moeilijke situatie iets gepasts wilt zeggen, dan is hulp nergens te vinden.
Mijn hoofd kantelt omhoog en staart vervolgens de wolken in. Misschien dat er een reclamevliegtuigje overvliegt met een pakkende slogan die ik kan gebruiken om antwoord te geven. Maar nee hoor, het luchtverkeer van Eindhoven Airport biedt ook al geen uitkomst.
Verdorie! Ik weet niet wat ik moet zeggen … Waarom zeggen mensen niet gewoon dat het goed gaat, ook al gaat het niet goed. Dat is toch allemaal veel gemakkelijker. Ondertussen komt er iemand onze kant op. Een vrouw op een bankje heeft ons al een tijdje gadegeslagen.
„Jongens?”, begint ze.
„Ja, mevrouw”, antwoord ik.
„Jongens, het is soms helemaal oké als je niet helemaal oké bent”, verklaart de vrouw.
Frank knikt en begint te lachen.
„Klopt, alleen dat weet hij nog niet”, wijzend op mij. De vrouw slaat Frank zachtjes op zijn schouder en loopt door. Er verschijnt een blos op mijn wangen. Ik bloos nooit…
Mijn vriend vertelt verder: „Soms voel ik me heel onzeker en kost me veel energie om te faken dat er niets aan de hand is. Het geeft me juist kracht om dit te benoemen en mezelf vanuit dat vertrekpunt weer op te laden.”
„Wil je dan niet weten waar dat gevoel vandaan komt”, vraag ik.
„Dat heb ik vaak geprobeerd, maar dat hielp eigenlijk helemaal niet bij mij. Het vervelende gevoel accepteren, gas terugnemen en tijd voor mezelf inbouwen werkt voor mij het beste.”
„Eigenlijk niks mis mee.”
„Nee. Niks mis mee”, knipoogt mijn oude vriend en slaat nu op mijn schouder.
Ik kijk naar Frank en voel me klein. Ik heb nog veel te leren.