Expositie BrAInpower in Philips Museum
Wie is er bang voor AI in de toekomst? Velen. Het Philips Museum tracht de angst weg te nemen met een expositie over kunstmatige intelligentie, meestal afgekort tot AI (Artificial Intelligence), en toegepast door Philips. Het technologiebedrijf dat is gespecialiseerd in gezondheid denkt dat AI nog wel eens belangrijk zou kunnen zijn om de wereld letterlijk beter te maken. En de toekomst is dichterbij dan je denkt, zegt Joland Rutgers, vice-president en hoofd van Innovation Excellence van Philips.
Tekst: Hans Matheeuwsen | Foto’s: René Manders, Philips Museum
De expositie BrAInpower in het Philips Museum biedt een inkijkje in de wereld van AI. Voor duizenden Philips-medewerkers, en nog eens honderdduizenden ingenieurs die al decennia wereldwijd werkzaam zijn in de hightech industrie, is AI dagelijkse kost. De rest van de mensheid maakte pas in 2022 kennis met ‘generatieve’ AI door inmiddels populaire apps als ChatGPT of Google’s Gemini, waarmee gebruikers muziek kunnen componeren, teksten schrijven en video’s maken in elke gewenste taal. Uiterst handig, vinden al veel mensen.
Philips vindt de expositie zelf bijzonder omdat het de eerste is die verleden, heden en toekomst aan elkaar koppelt en ook nog interactief is. Bezoekers worden gevraagd naar de betekenis van AI in hun leven. Museumdirecteur Olga Coolen stelt dat Philips al zeventig jaar actief is op het terrein van AI als je tenminste de computer als zodanig beschouwt. „Philips beschikte begin jaren zestig al over een ‘Akelig Snelle Calculator’, oftewel Pascal. AI is software die heel goed is in patroonherkenning”, legt ze uit. „Daarvoor heb je een heel snelle computer nodig met veel rekenkracht en een enorme data-opslag. De uitkomst is afhankelijk van de prompt (opdracht – HM) die je invoert, én een combinatie van alles wat op internet over een onderwerp is te vinden. De eerste computers waren zo groot als een gebouw, nu zijn ze zo groot als je smartphone.”
BrAInpower heeft een educatief karakter en wil mensen vertrouwd maken met het fenomeen AI. Daarvoor is de samenwerking gezocht met Brainportpartners als de Technische Universiteit Eindhoven, ASML en NXP. De inhoud is gekoppeld aan de actualiteit en maatschappelijke vraagstukken die de samenleving bezighouden. Volgens Olga Coolen krijgen musea langzaam maar zeker een meer maatschappelijk relevante functie dan alleen inzicht geven in de (ontstaans) geschiedenis van een onderwerp. Als inspirerend voorbeeld in Nederland noemt zij wetenschapsmuseum Boerhaave in Leiden. „Ik vind het echt ongelofelijk leuk om te kijken naar de uitdaging van de koppeling aan de actualiteit. We blijven drempel-verlagend thematisch programmeren met aandacht voor de relevantie in het heden. Dat is onze missie als museum.”
Aanzienlijk verschil
Er zijn veel onderwerpen die allemaal met AI te maken hebben en waar Philips aan heeft gewerkt. Niet onlogisch wordt de nadruk op gezondheidszorg gelegd want het bedrijf heeft zich ontwikkeld van multinational die vooral was gericht op consumentenelektronica tot mondiale ‘health technology company die de gezondheid van de mensen wil verbeteren door betekenisvolle innovaties’. Daarvoor werkt Philips samen met ziekenhuizen, wetenschappers en artsen. Een van hen is Shez Partovi, Chief Innovation en Strategy Officer bij Philips. Hij was in het verleden onder meer werkzaam als radioloog. Hij opende de exposite en hield de genodigden voor dat AI in de komende jaren artsen gaat helpen om meer inzicht te krijgen in de gezondheid van mensen.
AI kan een aanzienlijk verschil maken op een schaal die we nog nooit eerder hebben gezien
AI kan vooral en zeker helpen bij het stellen van de juiste diagnose en het opsporen van verborgen kwalen en het uitsluiten van daarvan. „AI kan een aanzienlijk verschil maken op een schaal die we nog nooit eerder hebben gezien”, verklaarde hij. In die zin is de toekomst zoals getoond in de science fiction-serie Star Trek zo goed als gearriveerd. „We gaan gestaag in die richting met de vooruitgang van de technologie. Philips omarmt de kracht van AI op een verantwoorde, rechtvaardige en ethische manier”, aldus de bestuurder.
Tweede paar ogen
Waarbij de ‘Philips Health Care’ niet alleen uitgaat van de noden van de consument cq patiënt maar vooral ook van die van artsen en ziekenhuis-medewerkers, zegt Joland Rutgers. „De druk op de gezondheids-systemen en -netwerken is groot”, weet hij. „Er is sprake van personeelstekorten, veel mensen zijn overwerkt. Daarnaast worden mensen ouder, dat is positief maar zorgt wel voor nog meer werk en dus grotere druk op de zorg. Daar zoeken wij oplossingen voor. AI is een technologie die ons daarbij enorm kan helpen.” Als voorbeeld noemt hij de nieuwste scanners van Philips, die drie keer zo snel zijn met dezelfde of zelfs betere beeldkwaliteit. Het comfort voor de patiënt is groter, artsen krijgen beter inzicht en het ziekenhuis kan meer mensen op een dag helpen, verklaart Joland.
„Alle technologische ontwikkelingen rondom AI, waaronder deep learning, worden toegepast, bijvoorbeeld om het resultaat van een scan te verbeteren. Artsen kunnen sneller een diagnose stellen, dat is ook prettig voor de patiënt want die hoeft minder lang te wachten. We willen het voor iedereen gemakkelijker maken.” Het is niet zo dat software-aangestuurde machines in de gezondheidszorg de taak van artsen gaan overnemen, stelt hij gerust. „Nee, je moet AI beschouwen als het tweede paar ogen dat meekijkt. Dat is belangrijk want nu zijn we heel erg afhankelijk van mensen, die weliswaar naar de data kijken maar vaak heel erg zijn gefocust op één ding om te kunnen zien.
Ons brein is heel selectief en gericht op één taak. Dan kunnen we zo geconcentreerd zijn dat we andere dingen, zoals een tumor op een andere plek, niet zien. Op basis van de ingevoerde algoritmes die weer zijn gebaseerd op alle beschikbare data, tot zelfs jaren terug, kan AI ziektebeelden eerder, scherper, sneller en nauwkeuriger herkennen. Dus in situaties waar veel data een grote rol spelen, kan AI artsen helpen om een nog betere diagnose te stellen. Artsen blijven de beslissingen nemen, zij kunnen alleen betere conclusies trekken op basis van de inzichten door AI.”
Licht in de duisternis
Omdat ziekenhuizen data van patiënten vrij lang bewaren, beschikken zij over een enorme rijkdom aan informatie om ziektebeelden met hulp van AI te herkennen en op te sporen, aldus Joland. Dat gebeurt op voorwaarde van wettelijk vastgestelde protocollen die de privacy van patiënten beschermen, is ook het uitgangspunt van Philips. „Patiënten gaan een belangrijke rol spelen in de toekomst. De informatie-uitwisseling tussen AI en patiënt wordt interactief. Dat kan ook helpen bij het voorkomen van ziekte. Je kunt AI beschouwen als iets technisch, maar ook als iets natuurlijks. We hebben allemaal een smartphone en dat vinden we ook heel normaal. Je wil niet weten hoeveel AI daarin zit.”
De ontwikkelingen gaan zo snel; het is belangrijk voor Philips om ze goed te volgen en waar nodig bij te dragen, bijvoorbeeld op het gebied van AI-standaardisatie, constateert Joland. „Ik vind het leuk om in relatie tot het verleden van Philips, waarop we trots zijn, de vergelijking te maken met het geven van licht in de duisternis. Dat deed de gloeilamp. AI brengt net als de gloeilamp licht in het duister. AI geeft inzicht in informatie van patiënten en ziekenhuizen. Dat is de duisternis. AI is een tool dat we gebruiken voor het vinden van impactvolle oplossingen ten behoeve van onze klanten, patiënten en consumenten. Als Philips zijn en blijven we dus trouw aan onze legacy. Als je de technologie goed toepast, kun je wonderen verrichten.”