Een haas die de marathon van Eindhoven wint. Ik snap het enthousiasme daarover niet. Het lopen van een marathon is tegenwoordig big business. Dan heb ik het niet over de duizenden recreanten, die een marathon lopen om hun eigen grenzen op te zoeken. Ik heb het dan over de Kenianen en Ethiopiërs die van het lopen van een marathon hun beroep hebben gemaakt. En daar duizenden dollars mee verdienen.
En zelfs tonnen tot een miljoen voor een nieuw wereldrecord. Serious business dus. Dan kán het in mijn optiek niet dat een haas, een tempomaker, een marathon wint. Het is in het verleden al eens vaker gebeurd, maar dat doet aan mijn mening niets af. Een tempomaker wordt gecontracteerd om het tempo te maken. Streef je naar een eindtijd van 2.05, dan loopt zo’n haas een gemiddelde van 2 minuten en 57 seconden per kilometer. In díenst van de gecontracteerde toplopers. Ze vormen een natuurlijk schild dat bij tegenwind de toppers letterlijk uit de wind houdt. Willen de toppers harder, dan versnelt de haas. Willen ze langzamer, dan past de haas zijn werk aan. Dat moet je als marathonorganisatie ook contractueel vastleggen. Ze krijgen er tenslotte netjes voor betaald. Over het werk van een haas mag nooit een misverstand bestaan.
Festus Talam was de haas die zondag de marathon van Eindhoven op z’n naam schreef. Hij zag gaandeweg de wedstrijd alle gecontracteerde toplopers achter zich afhaken. Heeft Talam zijn werk dan wel goed gedaan? Heeft hij niet gewoon té hard gelopen? Had Talam niet – toen duidelijk was dat de toppers hem niet konden volgen – het tempo moeten laten zakken? Een haas die er in slaagt een marathon te winnen, is geen reclame voor een marathon. Je pronkt als organisatie wekenlang met een handvol toplopers die een winnende toptijd nastreven. En uiteindelijk wint een haas. In de maandagkrant lees ik dat de organisatie wist van het plan van Talam om als haas de marathon uit te lopen. Dan had de organisatie alsnog moeten besluiten Talam de status van haas te ontnemen. Want als je het plan hebt de marathon uit te lopen, kun je je werk als tempomaker niet goed doen. En benadeel je dus de gecontracteerde toplopers.
Dit jaar was er rond de marathon voor het eerst wat te doen op het Stadhuisplein: de Eindhovense Marathonfeesten. Daar was de organisatie van de marathon niet blij mee. Het zou het imago van de Eindhovense marathon kunnen schaden. Dat was een beetje flauwe opmerking van marathondirecteur Edgar de Veer, eerder deze week in de krant. Want een succesvol feestje zorgt voor het omgekeerde. Een haas die de marathon wint, nee, daar word je als toploper blij van. Dát schaadt pas het imago van de marathon van Eindhoven. Wat overigens niets afdoet aan de prestatie van Talam. Maar hij had – als haas – nooit mogen winnen.
[Eddy Jansen is redactioneel medewerker van FRITS Magazine en liep zelf twee marathons]
"Een haas die de marathon wint. Ik snap dat niet!" – Blog
Hans Matheeuwsen is mede-oprichter en eigenaar van FRITS Magazine, dat in 2008 voor het eerst verscheen als uitgave van het Eindhovens Dagblad. Hij heeft bijna dertig jaar als journalist voor de regionale krant in Zuidoost-Brabant gewerkt op diverse deelredacties en in verschillende functies waaronder chef stadsredactie, redactiechef en redactiemanager. Nadat de Persgroep Nederland eind 2015 er voor koos om FRITS op te heffen, besloot hij om als uitgever en hoofdredacteur het onafhankelijk leesmagazine zelfstandig voort te zetten. Hans Matheeuwsen geeft dagelijks leiding aan FRITS Media en aan de poule van freelance schrijvers en fotografen die in opdracht van het tijdschrift verhalen en reportages maken. Hij schrijft zelf ook nog steeds verhalen voor FRITS.