Van macht, onmacht en de lange arm – Bijdrage

0
720

Tekst: Anemoon Langenhof
Ik heb een antiautoritaire jaren ’70 opvoeding gehad. Macht was geen middel, wij praatten thuis. Toen mijn zusje woest was op mijn vader schoof ze een brief onder zijn slaapkamerdeur door met daarop: ‘Pas op, boze brief!’. En daarin: ‘Je bent een stomme lul.’ Mijn vader bewaarde die brief als bewijs van een goede relatie, waarin boos-zijn mocht en botsingen uitgepraat konden worden. Mijn eerste kennismaking met macht èn onmacht was mijn beet in de arm van de monteur die bij ons thuis de elektriciteit kwam afsluiten. Het was 1974, ik was zes en mijn ouders betaalden uit principe de 3% Kalkarheffing niet aan stroommaatschappij de PNEM, maar aan een fonds voor onderzoek naar alternatieve energiebronnen. Ze protesteerden daarmee tegen de Nederlandse bijdrage aan de snelle kweekreactor in aanbouw in het Duitse Kalkar, vlak achter Arnhem. Hun bezwaren per brief aan de PNEM en de regering Den Uyl leverden behalve aanmaningen niets op, er ontstond een schuld van ƒ4,69 en zo kwamen we met een tiental andere idealistische gezinnen in september in het donker te zitten, mijn beet kon dat tot mijn onverteerbare frustratie niet voorkomen. We leefden bij kaarslicht en gaslampen en deden de was bij solidaire dorpsgenoten. Ik wist dat het ging om gevaarlijke stroom, die iedereen dood kon maken: ‘mensen, dieren en vissen’, zo lees ik in een door mij destijds geschreven protestbrief. Ik herinner me hoe mijn vader me een gelikt overheidsfoldertje liet zien, waarin een lekkend pannetje met rode soep in een iets grotere pan staat, die in een nog grotere pan staat, die weer in drie steeds grotere pannen staan. De kans dat er iets van de soep uit de laatste pan naar buiten lekt zou 1:1.000.000.000.000 zijn: gaat u maar rustig slapen. Propaganda begreep ik, zonder het woord te kennen. Na een maand was er zoveel protest tegen de stroomafsluitingen dat Lubbers de PNEM verplichtte de gezinnen weer aan te sluiten, de publieke opinie keerde zich tegen de kerncentrale die nooit in bedrijf genomen werd en in 1995 openging als pretpark Kernwasser Wunderland, met een klimwand in de koeltoren. Ook de afschuwelijke Vietnamoorlog, met z’n napalmbombardementen op de burgerbevolking, stopte nadat mijn zus en ik met ongekamde haren en zelfgetekende protestbordjes de straat opgingen, aansluitend bij de groeiende stroom demonstranten wereldwijd. En kruisraketten kwamen er niet na massale demonstraties in de jaren ‘80. Protesteren helpt!! Samen nee zeggen werkt!! De publieke opinie is een machtige kracht waar politici naar luisteren!!
Toen er eind 2015 een onverwachte megabezuiniging van twee miljoen euro dreigde voor het Centrum voor de Kunsten, het CKE, waar ik één dag per week werkte als theaterdocent, kwamen we gezamenlijk in verzet; we hielden met honderden cursisten een dansante flashmob in het Stadhuis, verzamelden duizenden handtekeningen van sympathisanten en tientallen brieven met steunbetuigingen voor een volledig en creatief CKE, betaalbaar toegankelijk voor kinderen en volwassenen en met deugdelijke cao’s voor docenten. De gemeenteraad besloot na jarenlange hoofdpijn de cultuursubsidies voortaan te laten uitdelen door een onafhankelijke Stichting Cultuur Eindhoven (SCE), bijgestaan door een Cultuurraad van adviseurs. Cultuur werd op afstand gezet van de gemeenteraad en zou daarmee onafhankelijk, transparant en dus integer zijn. Heel Nederland keek mee naar dit Eindhovense experiment, dat MOEST slagen. Kwartiermaker van de Stichting Cultuur Eindhoven werd D’66-iger Thomas van Dalen, partijgenoot van Cultuurwethouder Mary-Ann Schreurs. Hij liet een onvolledig en eenzijdig rapport in elkaar draaien om het nut van marktwerking bij Cultuur en daarmee de redelijkheid van de megabezuiniging op het CKE ‘aan te tonen’. Terwijl elders in Nederland al bleek dat aan de markt overgelaten cultuur verschraalde, onbetaalbaar werd of docenten als onverzekerde ZZP’ers in armoede stortte. De aanvankelijk vrolijke CKE-strijd veranderde in een grimmige oorlog toen ineens onze intern en extern gewaardeerde, strijdlustige directeur Ruud Janssen op non-actief werd gestelt en vervolgens werd ontslagen door zijn eigen Raad van Toezicht. Wat gebeurde hier?! De Raad van Toezicht bleek te willen meebewegen met de voorgestelde bezuiniging en het marktwerkingscriterium! What the fock?? In de Raad van Toezicht, bleken mensen te zitten met dubbele petten, die ook in andere culturele basisinstellingen een toezichtsfunctie hadden: dubbele belangen dus. En één van hen was ook nog eens lid van D’66. Het leek wel een complot. Het was toen dat ik voor het eerst hoorde ik van de ‘Lange Arm van MAS, van Mary-Ann Schreurs, “de sluwste en langstzittende politica van Eindhoven. De vrouw die met haar lange carrière in de Eindhovense politiek als een soort superambtenaar precies weet hoe in Eindhoven de hazen lopen. Die een groot netwerk heeft van getrouwen, die ritselt, beloont en straft en mistwolken optrekkend een ongekende macht heeft in een stad met een geur van angst- en doofpottencultuur”, zo fluisterde het.
Ineens roerden zich in mij de genen van mijn ouders. Ik pakte de telefoon en zat als bevlogen docent binnen twee dagen bij alle politieke partijen aan tafel om gepassioneerd uit te leggen wat voor kaalslag deze bezuiniging in de kunsteducatie zou betekenen. Ik ging door waar de op non-actief gestelde directeur gestopt was: ik ging wat je noemt lobbyen. Steun verwerven. Ingezonden brieven naar de krant sturen. Medestanders mobiliseren. Samen optrekken met de ondernemingsraad, het managementteam, de vakbond, de pers, met strijdlustige docenten, met de ontslagen directeur en zelfs de vorige directeur die zich meldde vanuit Frankrijk, en met gemeenteraadsleden die zich in grote meerderheid achter ons schaarden. Ik was diep verontwaardigd en daardoor bang voor de duvel noch voor m’n baan en ik kreeg zo vreemd genoeg een verbindende rol tussen allerlei partijen waar ik als theatermaker nooit eerder mee te maken had. Tot diep in de nacht zat ik stukken te schrijven, aan mijn collega’s, aan de politiek, voor social media, voor de krant; en met effect: de publieke opinie liet luid van zich horen in het Eindhovens Dagblad en op social media. En op die hoge golven zeilde de gemeenteraad, die in een thrillerachtige raadsvergadering de plannen van Thomas van Dalen in de vuilnisbak veegde: weg met die twee miljoen bezuiniging, weg met de marktwerkingseis. Geen basisinstelling mocht kwalitatief of kwantitatief lijden onder een solidariteitsbijdrage aan de nieuw op te richten Pluspot voor kleinere culturele organisaties en –projecten. Mary-Ann zat zwetend te pennen om alle toevoegingen en amendementen bij de motie om te zetten in, voor iemand die aan wollig taalgebruik lijdt, duidelijke uitspraken. Ze omarmde na een schorsing poeslief een toevoeging aan de Code Cultural Governance die bepaalde dat er voortaan geen mensen met dubbele petten meer in besturen van basisinstellingen mogen zitten. We wonnen alles!! Gerechtigheid!! Het CKE zou weer transparant en democratisch worden. Compleet en toegankelijk. We zouden de twee dubbele-petters uit de Raad van Toezicht zetten. Samen een vuist maken helpt!! Dacht ik.
Tot mijn verbijstering liep het anders. De interim-directeur, die vast een training ‘hoe breek ik weerstand in mijn organisatie’ had gevolgd, smoorde slim iedere kritiek door te verklaren ‘dat we vooruit moesten kijken’, door mensen te paaien en tegen elkaar uit te spelen. Het verzet brokkelde af: mensen waren bang voor hun baan, waren murw, wilden zich er niet (meer) mee bezig houden of hoopten eigen wensen ingewilligd te krijgen bij het nieuwe bewind. Er ontstonden kampen, er kwam wantrouwen, kilte, roddel. De samenwerking tussen de ondernemingsraad, het managementteam en docenten werd losgeknipt. De politieke winst werd in twijfel getrokken. Er kwam verdeel en heers. De directiesecretaresse liep te huilen. Mensen keken elkaar niet meer aan. Machinaties van de macht. Ik schreef door op Facebook, het medium dat ook de Arabische Lente had ontketend. Ik verlangde naar een Culturele Lente. Tot mijn stomme verbazing kreeg ik enkele uiterst vriendelijke mailtjes van een lid van de Raad van Toezicht met het voorstel samen, bij een goed glas wijn, onze verondersteld gedeelde idealen over onderwijs en kunst te delen, refererend aan gezamenlijke muzikanten-vrienden. Heel bijzonder. Ook werd ik bij de interim-directeur uitgenodigd. Op een vrijdagmiddag nam hij drie uur de tijd om mijn verhaal te horen, waarvoor hij een onwaarschijnlijk hoog uurtarief kreeg en ik geen cent. Op een flap-over tekende hij een schema dat me deed denken aan de pannetjes-tekening van de Kalkarlobby. Een bedrieglijk en manipulatief model van de werkelijkheid waarmee hij me dreiglachend verzocht mijn Facebookupdates te staken en hem mijn vertrouwen te geven: hij zou met tact gaan werken aan het vertrek van de dubbele petten in de Raad van Toezicht en aan de belangen van het CKE in de stad. En dan kon ik weer gaan doen waar ik goed in was: cursussen geven aan amateurspelers. Zijn dochtertje belde: “Ja, Papa komt vanavond thuis, en nee, Papa is niet de baas van het CKE, maar hij geeft er leiding.” Ik dacht aan mijn verwaarloosde kinderen, -huishouding en –administratie thuis. Iets voelde vies.
De oude directeur verdween met een financiële regeling en zwijgplicht, de ware reden van het abrupte ontslag kwam nooit op tafel. De smoking gun waarnaar gezocht werd: een mailwisseling tussen Mary-Ann Schreurs, Thomas van Dalen en onze Raad van Toezicht, waaruit hun onder één hoedje spelen zou blijken, werd niet gevonden. De interim-directeur vertrok naar een leuke job elders in het land. Niemand in directie, managementteam of ondernemingsraad wilde de door de gemeenteraad aangereikte stok gebruiken om de RVT-leden met dubbele pet dringend te verzoeken op te stappen. Het CKE bezuinigde meer dan er van ze werd gevraagd. De woorden ‘markt’ en ‘klant’ werden belangrijk in de bezuinigende reorganisatie. Why?? Een aantal goeie docenten vertrok. Personeelsleden sinds jaar en dag vonden geen plek meer in de nieuwe organisatiestructuur. In een intussen met lef verbouwd gebouw, met een nieuwe, enthousiaste directeur is het CKE zichzelf uit aan het heruitvinden.
De Lange Arm is nog steeds voelbaar. Al was het maar in de angst en het wantrouwen dat die voelbaar is. In het CKE via Raad van Toezicht- en D’66 lid Paul Scholte. In de Stichting Cultuur Eindhoven. In Tanja Mlaker, de als Randstedelijke hotshot geheadhunte directeur van SCE, zij bepaalt, na adviezen van de Cultuurraad, wie subsidie krijgt, maar met MAS als directe gesprekspartner is niet duidelijk wie aan de touwtjes trekt. In de Groen-Links-fractie via MAS’ partner die in de raad zit, waardoor informatie lekt. In MAS als baas van de ambtenaren in een cultuur van angst en zwijgen, waar je ‘iemand op bezoek krijgt als je kritisch bent’. In de D’66 fractie waar kritische kandidaten onderaan de kieslijst bungelen en trouwe volgelingen schichtig naar de grote leider kijken die, anders dan bij andere partijen, inbreng heeft in wie op de kieslijst komt. In de frustraties van sommige door Stichting Cultuur Eindhoven-gesubsidieerden die zich via slordige procedures, met steeds bijgestelde argumenten, deels of volledig uitgekleed voelen voor een doel dat de middelen heiligt: het vullen van de Pluspot. In de directe invloed die er vanuit de gemeente is in de vorm van juridisch advies aan de SCE en in de vorm van extra geld dat Schreurs zelf kan besteden.
Ik vraag me af waarom het functioneren van de Stichting Cultuur Eindhoven niet geëvalueerd wordt, ruim een jaar na de aftrap van dit ‘experiment’. Omdat er niets over evaluatieprocedures in de onderliggende concept-cultuurbrief staat? Omdat de gemeenteraad A) blij is van dit lastige dossier, dat, bij gebrek aan geld, vooral verliezers maakt, af te zijn, B) niet wezenlijk geeft om cultuur, of C) zich al warm vrijt voor een nieuwe coalitie rondom D’66 en daarom niet kritisch wil zijn over dit tricky dossier van deze machtige wethouder? Omdat de gemeenteraad nog maar eenmaal per vier jaar beleid mag bepalen op het terrein van Kunst en Cultuur, terwijl MAS achter de schermen aan de knoppen draait en daarvoor niet ter verantwoording te roepen is? Omdat de culturele sector ieder voor zich en MAS voor ons allen is, als ratten in een kooi met te weinig voer? Een sector waarin grote ego’s nauwelijks kunnen of willen samenwerken? Omdat het Eindhovens Dagblad niets journalistieks kan bakken van niet rond te krijgen verhalen, zoals die van de vijf uit de Stichting Cultuur Eindhoven gezette ambtenaren, die zich omdraaien in hun zwijgplicht? Van hun taak ontslagen nadat ze met hun waslijst klachten melding maakten van integriteitsschending en vertrouwensbreuk, geshockeerd door de invloed van de gemeente en de wethouder op de Stichting Cultuur Eindhoven, door bedragen die zomaar worden uitgegeven, door een gebrek aan communicatie en veiligheid binnen de Stichting. Waarom volgde geen exit-gesprek ter lering en reiniging? Waarom werd hun verhaal niet openbaar? Vragen die fluisteren door de stad. Steeds harder. Tot iemand ze oppikt. Omdat het vragen zijn die gesteld mogen worden. Moeten worden. Opdat de verdeling van de subsidie voor Kunst en Cultuur, zoals bedoeld, onafhankelijk, transparant en dus integer gebeurd. Opdat wij praten. Omdat macht uiteindelijk een zwaktebod is. Onmacht.