8 januari 2018, Stadhuis Eindhoven
Geachte aanwezigen,
Wat fijn en mooi dat we hier samen zijn vandaag. Hopelijk heeft u fijne feestdagen gehad en nu gaan we weer samen van start in het nieuwe jaar.
Allereerst, mijn gelukwensen voor Rik Thijs, zojuist gekozen tot Raadslid van het Jaar en Linda Hofman talent van het jaar. En Staf Depla als wethouder van de periode. Rik, Linda, Staf, gefeliciteerd!
Voor u staat een trotse burgemeester. Trots op onze regio, omdat het zo voor de wind gaat hier. In het voorbije jaar haalden we de hoogste groeicijfers van de drie Nederlandse mainports. Voor 2018 is dat niet anders: er wordt een percentage van 3,6% verwacht.
Er is nog meer om trots op te zijn: de komende jaren worden miljarden geïnvesteerd in vergroening, verduurzaming en het verder aantrekkelijk maken van het centrum. Het Stationsplein, het Emmakwadrant, Fellenoord, het ziet er over een paar jaar volstrekt anders uit, waarmee Eindhoven een metamorfose zal ondergaan. Zo werken we aan de uitstraling die hoort bij een stad die al meer dan tien jaar de tweede economie is van ons land. Wat zeg ik, vaak zelfs de eerste!
Eindhoven is een stad waar je bij wilt zijn, die je mee wil maken. Waar mensen uit alle oorden naar toekomen, omdat het dé plek is waar het gebeurt. Broeiend en bloeiend, maar tegelijk ook een stad met rauwe rafelranden. Dat vooruitstrevende, het grove, het ruwe! Ook dat kenmerkt onze stad. Denk aan
Strijp-S, NRE-terrein, VDMA, Sectie-C… Het geeft me hetzelfde gevoel als rondlopen in het zo snel evoluerende Berlijn, hoewel een andere schaal ook een stad van optimistische buzz en rauwheid.
De rest van Nederland ziet ook wat hier gebeurt in Eindhoven. In November verscheen een special in het NRC over het Wonder van Eindhoven. Een pure lofzang op onze regio. Na een intensieve lobby was er ruim aandacht voor Eindhoven in het regeerakkoord. Het puur Amsterdams georiënteerde Parool kwam zelfs verhaal halen over hoe dat mogelijk was!
Met het kabinet voeren we op dit moment constructieve gesprekken over een substantiële bijdrage aan ons voorzieningenniveau. Ik koester hoge verwachtingen dat er nog dit jaar ruime middelen deze kant op komen om onze voorzieningen op het gebied van sport, cultuur en infra op het peil te brengen, horend bij de Vijfde Stad van het land, die in grote mate verantwoordelijk is voor het nationale verdienvermogen.
Ik heb gemerkt dat de erkenning niet ophoudt bij de landsgrenzen. Zeer frequent ontvang ik buitenlandse delegaties die willen weten hoe wij dat hier toch allemaal doen? Op congressen in Brussel en Barcelona merkte ik dat naar Eindhoven wordt gekeken als één van de meest spannende plekken in de wereld. Tijdens de Dutch Design Week waren er meer dan 900 buitenlandse journalisten aanwezig die wereldwijd in gezaghebbende media schreven over Design in Eindhoven. Hoe wij hier omgaan met het combineren van technologische oplossingen voor maatschappelijk relevante vraagstukken zoals mobiliteit, energietransitie en gezondheidszorg. Dan gloei ik van trots.
We zijn een bedrijvige stad, toekomstgericht, optimistisch, veerkrachtig en wendbaar. Waar we altijd trots zijn op ons PSV, en wie weet dít jaar nog een beetje meer! Ik verheug me er op.
Ook als je niet in die baanbrekende wereld zit mag je gek doen. Iedereen hoort erbij! Er zijn hier wéér meer mensen aanwezig uit de stad, vanuit allerlei functies, achtergronden en verantwoordelijkheden, die meebouwen aan deze stad. Het tekent onze kleurrijke stad. Een sociale en initiatiefrijke stad!
Een mooi initiatief dat dit illustreert is ‘Eet met je hart’, meer dan 20 restaurants in Eindhoven zetten belangeloos hun deuren open voor oudere en eenzame stadgenoten. Of de fotograaf die de werkzaamheden van Ergon-medewerkers vastlegde in een tentoonstelling; Eindhovenaren die zich spontaan inzetten voor de ramp op St Maarten. Warme initiatieven op menselijke maat.
We kunnen concluderen dat de visie en ambities op orde zijn. Ik vergelijk onze stad wel eens met een vuurtoren: de toekomst is goed te zien door de stralende lichtbundel. Maar… aan de voet van de vuurtoren is het donker.
Want al die positieve commentaren en euforie van buiten sluiten niet altijd aan bij het debat dat in onze stad gevoerd wordt: hebben we het wel over de juiste dingen? Hebben we het bijvoorbeeld in de gemeenteraad ooit integraal gehad over de Brainport actie-agenda, hoe deze vervolgens positief geland is in het regeerakkoord, waarmee we het voorzieningenniveau in deze stad vorm willen geven?
Ik neem u mee in een aantal specifieke zaken die me zorgen baren.
We hebben een onmiskenbaar probleem met het financieren van de transformatie van het Sociale Domein, de uitgaven staan niet in verhouding met de inkomsten en is daarmee onhoudbaar. Zo’n slordige 30 miljoen moet er jaarlijks uit de reserves geput worden. In mijn gesprekken met het kabinet om meer middelen voor de stad krijg ik steevast de opmerking dat ik eerst mijn eigen huishouden op orde moet brengen. Deze onverkwikkelijke situatie ondermijnt onze onderhandelingspositie.
Ik noem de jeugdwerkloosheid die geen gelijke tred houdt met onze economische dynamiek. Ja, er zijn veel vacatures, maar het blijkt lastig te zijn om deze ingevuld te krijgen door een mismatch tussen vraag en aanbod.
In het algemeen zijn er diverse zaken die procesmatig, financieel en organisatorisch niet op orde. Onze accountant wijst daar pijnlijk op. We komen van ver, zijn op de goede weg, maar het zal tijd, energie, daad- en veerkracht kosten om weer in controle te komen.
Het is overigens mijn stellige overtuiging dat de kwantitatieve afslanking van ons ambtelijk apparaat haar kwalitatieve grenzen bereikt. De inzet van onze mensen is groot, waarvoor vanaf deze plek mijn hartelijke dank! Maar de spreekwoordelijke ‘rek’ is er echt wel uit. Het is van groot belang om in onze eigen spiegel te kijken. Hier zijn wat mij betreft drie dingen voor nodig: focus, rust en consistentie! Alleen op die manier kunnen we de lat hoog leggen én houden, omdat de stad en de regio het verdient. Als we mee doen in de Champions League dan moeten we ook leveren.
Het klinkt misschien gek uit de mond van een ambitieus mens, maar ik doe een oproep aan de politiek om ná maart dit jaar, wanneer de gemeenteraadsverkiezingen zijn geweest, niet nóg meer vuurtoren-ambities na te jagen, maar stevig koers te houden en uitvoering te geven aan alles wat in gang is gezet. We hebben daar onze handen vol aan!
Ik snap, dat is een lastig verzoek zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen. Een groot goed, zoals u kunt opmaken uit de tentoonstelling “100 jaar kiesrecht”, in de hal waar u zojuist door naar binnen kwam.
Democratie staat of valt met verschillen tussen ideeën en partijen. In campagnetijd wil je als partij juist kiezers trekken met beloften over een mooie toekomst. Maar laat realisme in deze campagnetijd niet ontbreken. Uiteindelijk gaat het om de bestuurbaarheid van onze stad.
Laat ik daar wat over zeggen: elke verkiezing laat weer een meer versplinterd politiek landschap zien. Lokaal, landelijk, maar ook internationaal. Kiezers herkennen zich niet langer in de politiek en voelen zich blijkbaar niet thuis bij de bestaande partijen, met de versplintering tot gevolg.
Is dat erg? Je kunt immers zeggen dat het ook een democratisering is van ons bestel: ieder met zijn eigen mening een eigen partij: alle stemmen worden gehoord!
Maar het vinden van een compromis, het formeren van een coalitie, wordt daardoor ook steeds moeilijker. Het lukt middenpartijen steeds moeilijker om samen een werkbare meerderheid te bereiken, omdat het vaak de flanken zijn die groeien. We hebben nu 11 partijen in de raad. De kiezer heeft natuurlijk altijd gelijk, maar ik hoop vurig dat dat er niet meer worden.
Want hoe kunnen we koers houden op onze ingeslagen weg, als we geen coalitie kunnen vormen, of een broze coalitie van te veel partijen? Ik denk dat het serieus tijd wordt om de discussie te openenen of we niet met een kiesdrempel moeten gaan werken. Ik weet het, het is tegen de traditie in van Nederland veelstromenland, maar we zijn hier nu eenmaal niet in de stad waar de tijd stilstaat.
Een jaar geleden heb ik vele tongen los gemaakt met mijn visie op de bestuurlijke toekomst van de regio. Ik sta daar kort nog even bij stil. Daarvoor wil ik u meenemen naar de geweldige tentoonstelling van Trudo over ‘100- jaar Eindhoven’, in het najaar te zien geweest op Strijp-S.
Daar werd één van de cruciale tijdperken voor Eindhoven behandeld: De Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal was. In die oorlog blokkeerde Duitsland de invoer van glas en edelgas, waarop Philips besloot die zelf te gaan maken. Dat initiatief zorgde voor een cruciale verandering in het wezen van Philips, want het was het begin van de verticale integratie van de productie. Een enorme economische ontwikkeling in de stad was het gevolg, Eindhoven was booming.
In dezelfde tijd werkten de gerenommeerde stadsplanologen Kuijpers en Kooken aan een visionair uitbreidingsplan voor Eindhoven: zij voorzagen een stad van 200.000 inwoners, daar waar ze er toen 40.000 hadden! Maar het typische was: onze stad bestond toen nog uit de zes dorpen die pas later samensmolten tot het Bestuurlijke Eindhoven van vandaag. Vóór 1920 – het jaar van de samensmelting – had iedereen al in de gaten dat de bestuurlijke schaal van die zes dorpen, de economische ontwikkeling niet kon bijbenen. En men bereidde zich daarop voor.
Nu zijn we weer booming, als stad én als regio. Ik zag in dit deel van die tentoonstelling een analogie met Vandaag. Het gaat me niet om landje pik, maar om de kracht van de regio te bundelen om de bestuurlijke opgaven aan te kunnen voor onszelf, onze kinderen en kleinkinderen. Laten wij voor 2020 nét zo visionair zijn als onze voorgangers 100 jaar geleden.
Tegen de cynici die zeggen dat dít vuurtorenlicht eerder een nachtkaars is, zeg ik dat afgelopen jaar verschillende partijen, met respect voor elkaar en hun posities, stappen hebben gezet naar dit onvermijdelijke einddoel.
Ik rond af. De vuurtoren schijnt ver en scherp. Een prachtig meeslepend licht. Daar hoeven we niets aan te veranderen. Maar laten we onderin ook een lichtje zetten. En laten we nou net het geluk hebben dat we de lichtstad zijn, het gaat ons lukken!
Gelukkig Nieuwjaar!
Nieuwjaarsspeech burgemeester Jorritsma – Bijdrage
Hans Matheeuwsen is mede-oprichter en eigenaar van FRITS Magazine, dat in 2008 voor het eerst verscheen als uitgave van het Eindhovens Dagblad. Hij heeft bijna dertig jaar als journalist voor de regionale krant in Zuidoost-Brabant gewerkt op diverse deelredacties en in verschillende functies waaronder chef stadsredactie, redactiechef en redactiemanager. Nadat de Persgroep Nederland eind 2015 er voor koos om FRITS op te heffen, besloot hij om als uitgever en hoofdredacteur het onafhankelijk leesmagazine zelfstandig voort te zetten. Hans Matheeuwsen geeft dagelijks leiding aan FRITS Media en aan de poule van freelance schrijvers en fotografen die in opdracht van het tijdschrift verhalen en reportages maken. Hij schrijft zelf ook nog steeds verhalen voor FRITS.