Raymond Vlecken trotse burgemeester van Weert
Weert is bij veel Eindhovenaren vooral bekend van festival Bospop, en als plaatsnaam op de borden langs de A2, waar het regelmatig filerijden is. „Ik verbaas me er wel eens over dat Eindhovenaren ons niet beter weten te vinden”, zegt burgemeester Raymond Vlecken. „Want Weert heeft zoveel te bieden, en het ligt vlakbij. Met de trein ben je hier in zestien, zeventien minuten.”
Tekst: Bregje van Dommelen | Foto’s: Linda Beelen, Petra Lenssen, Weert Marketing
Vlecken werd drie jaar geleden burgemeester van Weert en vond nóg meer moois dan hij had verwacht. „Ik vind het geweldig dat Weert aan de ene kant heel open en divers is, met een behoorlijk multiculturele bevolking. Maar tegelijkertijd koesteren we hier onze tradities. We zijn trots op de eretitel ‘Vlaaienstad’, op onze kermis, na Tilburg de grootste van het land en de schutterijen. In dat rijtje mag natuurlijk Vastelaovend, oftewel carnaval, niet ontbreken. Weert is stedelijk en knus tegelijkertijd.”
Circulaire zonnepanelen
Die diversiteit vind je op meer vlakken, benadrukt de burgemeester. „Kijk bijvoorbeeld naar ons bedrijfsleven. Weert is qua oppervlakte een flinke gemeente, met een grote agrarische sector. Maar hier zitten ook heel interessante high techbedrijven. Wat dacht je van Solarge, waar op een duurzame manier circulaire zonnepanelen worden geproduceerd? Dat bedrijf heeft wortels in Eindhoven, maar ze zijn gevestigd in Weert. Onze ligging is dan ook heel gunstig, tussen Brainport Eindhoven en Brightlands Campus Chemelot in. En ook België en Duitsland liggen letterlijk om de hoek.” Nieuwe bedrijven zijn zeker welkom in zijn gemeente, benadrukt de burgemeester. „Al is het ook hier woekeren met ruimte. Maar we werken aan slimme oplossingen. Dat we met andere gemeenten in Midden-Limburg, provincie Limburg en het Rijk een Regio Deal hebben gesloten voor een bedrag van veertig miljoen euro helpt daar zeker bij.”
Mooie tradities
In de toekomst wil Weert graag groeien naar 60.000 inwoners. Vlecken vindt het belangrijk dat Weert ruimte biedt aan zowel de eigen inwoners als mensen ‘van buiten’. „Waar je ook vandaan komt, je zult merken dat we hier heel gastvrij zijn. Als je je openstelt voor onze mooie tradities en ons rijke verenigingsleven, voel je je heel snel een echte Weertenaar.” Er is één specifieke groep die de burgemeester graag ziet terugkeren ‘naar huis’: „We zien jongeren die hier zijn opgegroeid en die elders gaan studeren hier graag terug, en velen willen dat ook graag.”
Het voorzieningenniveau in Weert is volgens de burgervader dik in orde. Hij roemt Museum W. „Dat heeft een uitzonderlijk mooie collectie en is gevestigd in prachtig rijksmonument midden in de stad. We hebben voor elk wat wils. Cultuur, maar ook sport en natuur. In de groene omgeving van Weert is het prachtig wandelen en fietsen. In het Munttheater treden gerenommeerde gezelschappen op, en ook op het gebied van amateurkunst heeft Weert veel te bieden. Ik was bijvoorbeeld diep onder de indruk van de grootse musical Antje die een gelegenheidstoneelgezelschap dit jaar heeft opgevoerd op het Stationsplein.” Op het gebied van sport noemt hij de basketbalacademie en handbal op eredivisieniveau. „Je ziet: Weert is echt een levendige stad die veel te bieden heeft. Fijn voor de inwoners en bezoekers, en dus ook voor onze economie. Want het is ook prettig voor bedrijven als het hier goed toeven is.”
Warme contacten
Weert houdt ondertussen goed in de gaten wat er in ‘buurstad’ Eindhoven gebeurt. „We hebben warme contacten op allerlei niveaus. Ik met mijn collega Jeroen Dijsselbloem, maar ook wethouders en ambtenaren van onze steden weten elkaar te vinden. Het is heel interessant om te zien wat er allemaal in Brainport gebeurt. Wie weet kunnen wij ook ons steentje bijdragen. Daar gaan we in de nabije toekomst over in gesprek.” Vlecken heeft dan ook een boodschap voor Eindhoven en omgeving. „Als je weer eens in de file staat op de A2, en je ziet Weert op de borden, neem dan eens die afslag. Of beter nog: neem de trein! Je zult blij verrast zijn. Weert ontvangt je met open armen.”