Er gebeurde weer eens wat in Eindje. Het aangekondigde bakje koffie transformeerde tot rellen. Dat kan niemand hebben verbaasd. Vooral de gezagsdriehoek niet. Maar consternatie alom in de stad over het zinloze geweld dat gelukkig alleen materiële schade kende. Overigens wel ten koste van ondernemers die al maanden zuchten onder het coronaregime van Rutte-III. Het eronder krijgen van corona blijkt allesbehalve een gezamenlijk proces.
Stoere mannen, ferme knapen die zich, verscholen achter maskers en onder hun hoodies, veilig genoeg waanden binnen de anonimiteit van de groep om lekker los te gaan. Oneindig naïef ook om te denken dat je niet opgespoord kunt worden. Maar ja, de jeugd hè? Waant zich in puberale overmoed onaantastbaar. Nu er zonder publiek wordt gevoetbald zoeken de high potentials van de harde kernen in het land hun eigen vertier.
Eindje staat op zijn achterste benen. De collectieve woede is terecht groot. Ongekend geweld. Nog nooit meegemaakt in Eindhoven. Nou, dergelijk (voetbal)geweld was in de jaren tachtig en negentig lang gebruikelijk in weekenden. Totdat het de autoriteiten lukte om het voetbalvandalisme te beteugelen. Neemt niet weg dat dit soort uitwassen om welke reden dan ook maatschappelijk onaanvaardbaar zijn.
Maar dan richt je vervolgens je waterkanon op een individu en kies je er bewust voor als ‘kanonnier’ om het risico te lopen iemand te vermoorden? Het lijkt in onderhavig geval de omgekeerde wereld maar denk hier eens goed over na. Er waren vele omstanders die likkebaardend op hun scootertjes kwamen aanrijden om maar niets van alle sensatie te hoeven missen.
Het politie-optreden oogde weifelend. Althans voor de brave burger op afstand. Een beeld dat wordt opgeroepen door de strategie van de-escalatie in plaats van (harde) confrontatie? De meute had namelijk gemakkelijk opgedreven kunnen worden. Als gezagsdriehoek wil je echter juist voorkomen dat de relschoppers zich verspreiden over de stad en oncontroleerbaar overal schade aanrichten. Je sluit ze in en pakt ze op. Da’s niet helemaal gelukt.
De overheid bezit weliswaar het monopolie op geweld maar toepassing dient altijd proportioneel te zijn. Een waterkanon contra een individu is dat niet. Hoe onterecht het slachtoffer misschien ook op een plek was. Een open brief om de zwaargewonde vrouw vervolgens ook nog ‘een schop onder haar hol’ te verkopen, toont alleen maar aan hoever wij als mensen inmiddels van elkaar zijn afgedreven. Ook in Eindje.
De materiële schade is groot. Vrijwilligers ruimen de volgende dag de rotzooi mee op. Herstel is aanstaande. Dat is het Eindje dat bindt. Nu nog het Eindje wegnemen dat scheidt: de immateriële schade. Zoals selectieve verontwaardiging in een open brief en de ontmenselijking van elkaar. Dat is geweld op emotioneel niveau. Dat is niet Eindje zoals ik het ken en koester ondanks de pijn in het hart.
Hans Matheeuwsen
Hoofdredacteur FRITS Magazine